Steeds meer thuismonitoring vanuit ziekenhuis: ‘Veilig gevoel dat wij meekijken’
30 oktober 2023
Het op afstand in de gaten houden van patiënten is door de coronapandemie in een flinke stroomversnelling geraakt. In 2023 zag het Albert Schweitzer ziekenhuis een toename van 35 procent in het aantal patiënten dat met thuismonitoring gevolgd wordt. Afhankelijk van hun aandoening, hoeven ze daardoor bijvoorbeeld niet meer op (alle) controles te verschijnen. Zelfs een SEH-bezoek of een ongeplande opname kan vaak worden voorkomen doordat een verslechtering op afstand tijdig wordt gezien.
Sinds begin 2023 zit een vast, vierkoppig team van verpleegkundigen elke doordeweekse dag klaar om gegevens te beoordelen die patiënten zelf insturen. De teamleden hebben op die manier nu al ruim tweeduizend patiënten onder hun hoede. Afhankelijk van het ziektebeeld en de toestand volgen ze de ene patiënt wat intensiever dan de andere. Zodra een ingestuurde waarde afwijkt, of als de patiënt zelf meldt dat het niet goed gaat, neemt de verpleegkundige contact met de patiënt op en indien nodig met de behandelaar om te bespreken wat er nodig is.
Steeds meer aandoeningen
Onder de patiënten van dit zogeheten Centraal Thuismonitoring Team zijn mensen met COPD, astma, hartfalen, darmontstekingsziekten, hoge bloeddruk en zwangerschapsdiabetes. Patiënten met epilepsie en kinderen met voedselallergie worden binnenkort aan het rijtje toegevoegd. Voor sommige categorieën bestond vóór corona al monitoring op afstand via afzonderlijke apps, maar de pandemie heeft geleid tot het opzetten van één centrale systematiek. Tijdens de crisis van 2020 tot 2022 verliep veel zorg noodgedwongen op afstand, wegens de reis- en contactbeperkingen en omdat het ziekenhuis elk bed hard nodig had voor de toestroom van ernstig zieke coronapatiënten.
Ook buiten crisistijd
Thuismonitoring helpt het ziekenhuis nu ook buiten crisistijd structureel om de stijgende zorgvraag op te vangen, zonder het aantal bedden, spreekuren en zorgmedewerkers te moeten uitbreiden. De patiënt geeft volgens afspraak een aantal malen per week waarden door zoals bloeddruk en ademcapaciteit en hoe hij of zij zich voelt. Een verslechtering komt zodoende snel aan het licht en er kan meteen tegen worden opgetreden. Een controleafspraak in een periode dat alles goed gaat, is veelal overbodig geworden.
Uit overtuiging gekozen
De vier verpleegkundigen in het team hebben allemaal ervaring in de kliniek. Ze hebben uit overtuiging voor thuismonitoring gekozen. “Voor ons is het een andere manier van zorg verlenen”, schetst Gerike Oosthoek. “Waar op de afdeling alles snel gaat en er veel acute zaken gebeuren, ligt het accent nu meer op het begeleiden van chronisch zieken. Ook al zie ik de patiënt nu niet, toch ontstaat er een band. En er is meer tijd om de mensen op weg te helpen.” “Patiënten zelf geven aan dat het hun een veilig gevoel geeft dat iemand meekijkt”, vult Thera van den Dool aan. “Ze krijgen in hun vertrouwde omgeving steeds meer grip op hun eigen ziekteverloop. Ze staan er daarbij nooit alleen voor, als ze het even wat moeilijker hebben of zich zorgen maken.”
Duidelijke afspraken
Het team is ervan overtuigd dat het een verantwoorde methodiek is. “We hebben voor elke categorie patiënten duidelijke afspraken en instructies. Dat kunnen afwijkende waarden zijn, maar het komt ook voor dat wij - ook al zien we de patiënt niet - het gevoel hebben dat het niet helemaal pluis is. Bij twijfel overleggen we met de arts of de verpleegkundig specialist. Dan kunnen we de patiënt eventueel vragen naar het ziekenhuis te komen.” Naar verwachting kunnen de komende jaren steeds meer patiëntengroepen veilig op afstand gemonitord worden.
Het Centraal Thuismonitoring Team bestaande uit (v.l.n.r.) Thera van den Dool, Gerike Oosthoek, Sijgine Damen en Naomi Conijn bewaakt ruim 2000 patiënten met chronische aandoeningen op afstand.