Botbreuken bij kinderen
De behandeling van breuken bij kinderen is deels hetzelfde als bij volwassenen. Er zijn wel verschillen in de genezing tussen kinderen en volwassenen, zodat vaak de behandeling toch anders is.
Het bot bij kinderen is veel elastischer
Het bot bij jonge kinderen is omgeven door een dik, stevig en elastisch botvlies. Wanneer een kind valt en iets breekt, breekt vaak alleen het binnenste gedeelte van het bot en niet het stevige botvlies eromheen. We noemen dit ook wel een 'Greenstick breuk', 'groene-tak-breuk' of 'twijghout-breuk'. Net als bij een boom zal een jonge groene tak niet helemaal doorbreken, maar slechts knikken als je die probeert te breken. Een oudere tak breekt veel makkelijker.
Het gebroken bot bij kinderen zal ook eerder knikken dan helemaal doorbreken, zoals bij volwassenen. Hierdoor zal een breuk ook minder vaak verschoven zijn. En hoeft deze minder vaak gezet te worden dan bij volwassenen.
Kinderen genezen sneller
Doordat kinderen sneller genezen, is vaak de duur van de behandeling korter. En hoe jonger het kind, hoe sneller de genezing. Niet alleen hoeft er daardoor bijvoorbeeld minder lang gips gegeven te worden, maar ook kan het bot sneller belast en gebruikt worden na een operatie.
Groei corrigeert een eventuele standsafwijking
Zolang het kind nog in de groei is, is het lichaam in staat om standsafwijkingen van het bot door een breuk te corrigeren. En hoe langer het kind nog in de groei zit, hoe groter de standsafwijking is die het lichaam nog kan corrigeren. Deze standsafwijkingen 'groeien' er dus weer uit.
Bij heel jonge kinderen kunnen soms standsafwijkingen die met het oog aan de buitenkant zichtbaar zijn, er na enkele maanden tot jaren er gewoon weer uitgroeien. In sommige gevallen kan een knikstand van het bot met een hoek tot zelfs 50 graden er nog uitgroeien.
Problemen met groeischijf
Soms kan een breuk toch leiden tot groeistoornissen in het aangedane bot. Dat is het geval als de breuk door de groeischijf zelf heen loopt. Bij een kind in de groei, groeit een bot in de lengte vanuit de groeischijf die aan het uiteinde van het bot zit. Door een breuk in de groeischijf zelf kan de botgroei vanuit deze groeischijf verstoord raken. Daardoor ontstaat soms een scheve botgroei. Een operatie met het vastzetten van de breuk door de groeischijf kan deze scheefstand proberen te voorkomen. Als die scheefstand alsnog plaatsvindt, kan dit vaak in een later stadium alsnog met een eventuele operatie gecorrigeerd worden.
Na operatie verwijderen pen of plaat
Als een kind geopereerd is en de botbreuk is vastgezet met een plaat of een pennetje in het bot, dan moet deze meestal weer verwijderd worden als het kind nog in de groei is. Het bot groeit namelijk nog door en de plaat of pen kan niet meegroeien. Om hiermee problemen te voorkomen, wordt de plaat of pen verwijderd als we zeker zijn dat de breuk volledig genezen is. Dat is vaak pas na 6 tot 12 maanden.
Bij volwassenen is het verwijderen van een plaat of pen alleen nodig als deze duidelijke klachten geeft.
Bron: Nederlandse Ongeval Stichting. www.ongevalstichting.nl