MRI-onderzoek
De afkorting MRI staat voor Magnetic Resonance Imaging. Bij dit onderzoek maken we gebruik van een magnetisch veld en radiogolven. Hierdoor worden in het lichaam signalen opgewekt. De computer zet deze signalen om in beelden. Zo zijn organen, bloedvaten, spieren en andere weefsels in het lichaam tot in detail zichtbaar te maken. Vanaf het scherm worden foto’s gemaakt die de arts later kan bekijken. De radiodiagnostisch laborant voert het onderzoek uit. De radioloog beoordeelt de foto’s.
Waar gebeurt het MRI-onderzoek?
Het MRI-onderzoek wordt gedaan op de afdeling Radiologie op locatie Zwijndrecht en locatie Dordwijk.
Is MRI gevaarlijk?
MRI is niet gevaarlijk. Het onderzoek is veilig en pijnloos.
Wanneer is een MRI niet mogelijk?
Als u een pacemaker, insulinepomp of cochlea-implantaat heeft, kunt u geen MRI-onderzoek ondergaan. Door de magnetische straling kan de apparatuur ontregeld raken. Dit betekent ook dat mensen met een pacemaker, een insulinepomp of een cochlea-implantaat niet in de onderzoeksruimte mogen komen.
Nuchter zijn
Voor een MRI onderzoek van de buik mag u vier uur van tevoren niet meer eten en drinken. Voor alle andere MRI-onderzoeken hoeft u niet nuchter te zijn.
Als u medicijnen gebruikt, kunt u deze gewoon innemen.
Metalen voorwerpen
De MRI-magneet trekt metalen voorwerpen aan. Het is daarom zeer belangrijk dat u géén metalen of magnetische voorwerpen bij u heeft in de onderzoeksruimte. Het onderzoek kan daardoor mislukken.
Neemt u daarom de volgende voorzorgsmaatregelen:
- Draag geen metalen voorwerpen zoals haarspelden, sieraden (oorbellen, piercings, dasspelden, manchetknopen), beugel-BH, kunstgebit, plaatjes, gehoorapparaat, horloge, bril, of metalen gespen, knopen of ritssluitingen.
- Zorg ook dat u geen voorwerpen met metalen of magnetische onderdelen bij u heeft, zoals balpennen, creditcards, keycards, aanstekers, zakmes of munten.
- Gebruik geen mascara of haarlak. Hierin zitten soms metalen deeltjes die het onderzoek kunnen verstoren.
- Als u bent geopereerd en u heeft in uw lichaam een metalen prothese, schroeven, plaatjes, clips in de bloedvaten of een kunst hartklep, moet u dit vóór het onderzoek melden.
- Dit geldt ook als u granaatscherven of kogels in uw lichaam heeft.
- Als u metaalbewerker bent (geweest), bespreek dit dan voor het onderzoek met uw arts. U kunt dan metaalsplinters in uw lichaam hebben .
Zwangerschap
Als u zwanger bent of denkt te zijn, meldt u dit voor het onderzoek bij uw arts of bij de afdeling Radiologie. Soms krijgt u dan een ander onderzoek of worden er bepaalde voorzorgsmaatregelen genomen.
Allergisch voor contrastmiddel
Als u bij een eerder onderzoek met een contrastmiddel een allergische reactie heeft gekregen, vertelt u dit vóór het onderzoek aan uw arts. Soms krijgt u dan een ander onderzoek, of worden er voorzorgsmaatregelen genomen.
Het onderzoek
Voor het onderzoek ligt u meestal op uw rug op de onderzoekstafel. De laborant schuift de tafel in een verlichte tunnel die aan de voor- en achterkant open is.
Claustrofobie
Als u last heeft van claustrofobie, dus als u niet in een kleine ruimte durft (bijvoorbeeld een lift), kan dit moeilijk voor u zijn. Wij raden u aan om iemand mee te nemen die tijdens het onderzoek bij u kan zitten. U krijgt een alarmbel in uw hand, waarmee u in geval van nood de laborant kan waarschuwen. Er staat een camera op u gericht, zodat de laborant u tijdens het onderzoek kan zien.
Hard geluid
Van het onderzoek voelt u niets. Wel hoort u tijdens het onderzoek een hard, kloppend geluid, vergelijkbaar met een klop- of hamerboor. U krijgt een koptelefoon op of oordoppen in. Hierdoor heeft u zo min mogelijk last van het kloppende geluid. U mag een eigen cd met muziek meenemen, die u tijdens het onderzoek kunt beluisteren.
Het is heel belangrijk dat u tijdens het onderzoek zo stil mogelijk ligt. De opname mislukt namelijk als u beweegt.
Contrastmiddel
Het kan nodig zijn om voor of tijdens het onderzoek contrastvloeistof in een ader te spuiten. Dit gebeurt via een infuusnaald in uw onderarm. Het contrast middel zorgt ervoor dat bloedvaten, organen en weefsel beter te zien zijn op de foto’s. Kijk hier voor een overzicht van contrastmiddelen die gebruikt worden.
Dit contrastmiddel geeft meestal geen bijwerkingen. Heel soms (minder dan 1%), komt een deel van de vloeistof buiten het bloedvat terecht. Dit heeft meestal geen ernstige gevolgen.
Allergisch voor contrastmiddel
Een klein aantal patiënten (minder dan 1%) is allergisch voor het contrastmiddel. Deze mensen kunnen gaan niezen of krijgen galbulten. Meestal is een verdere behandeling niet nodig. Een ernstige allergische reactie is zeer zeldzaam. De medewerkers van de afdeling Radiologie zijn getraind om zo'n bijzondere situatie op te lossen.
Als u weet dat u allergisch bent voor een contrastmiddel of jodium, moet u dit voor het onderzoek melden. Het onderzoek duurt ongeveer 30 tot 45 minuten.
Na het onderzoek
Na het onderzoek kunt u meteen naar huis of naar de afdeling waar u bent opgenomen. Als er bij u een contrastmiddel is gebruikt, is het belangrijk dat u de eerste dag na het onderzoek extra veel drinkt. Het contrastmiddel is dan weer snel uit uw lichaam verdwenen (via urine en ontlasting).
De uitslag
De radioloog bekijkt de MRI-beelden en maakt een verslag van het onderzoek. Het verslag gaat naar uw behandelend (huis)arts. U krijgt de uitslag dus niet direct na het onderzoek. U krijgt de uitslag van uw (huis)arts.