Lower Bodylift
Als er naast een huid-vetoverschot van de buik ook nog een overschot in de flanken en op de billen bestaat, kan het litteken van de buikwandplastiek in de bikinilijn doorgetrokken worden naar de rug.
Daarbij wordt tegelijk de bil en de buitenzijde van de bovenbenen gelift. De littekens lopen dan in de bikinilijn één keer rond het lichaam. Soms wordt deze ingreep gecombineerd met een "fleur-de-lis
buikwandplastiek
Voorbereiding op de operatie
Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt (bijvoorbeeld marcoumar, sintrom, aspirine), moet u dit melden tijdens het eerste gesprek met uw plastisch chirurg. De plastisch chirurg bespreekt met u wanneer u voor uw operatie moet stoppen met het innemen van deze medicijnen. De plastisch chirurg spreekt ook met u af wanneer u weer uw bloedverdunnende medicijnen mag gaan gebruiken.
Gesprek met de anesthesioloog
Om er zeker van te zijn dat u de operatie lichamelijk aankunt, onderzoekt de anesthesioloog u een aantal weken voor de operatie. Dit is de preoperatieve screening.
Als het nodig is, wordt u lichamelijk onderzocht. Het onderzoek kan uitgebreid worden met aanvullend onderzoek zoals bloedonderzoek, ECG (hartfilmpje) en longfoto. Soms is het nodig dat ook andere specialisten uw conditie beoordelen, bijvoorbeeld een internist, cardioloog of longarts.
Gesprek met de intakeverpleegkundige
De verpleegkundige geeft u informatie over uw opname in het ziekenhuis. Als u zelf vragen heeft over uw operatie en uw opname, kunt u deze uiteraard ook stellen. Wanneer de plastisch chirurg met u besproken heeft dat u drukkleding moet dragen zal de verpleegkundige deze voor u aanmeten en bestellen.
Voorbereidingen thuis
- Neemt u alle medicijnen die u gebruikt, in de originele verpakking, mee naar het ziekenhuis op de dag van uw opname. Neemt u ook een recent medicatieoverzicht mee;
- Brengt u naast uw nachtkleding en toiletartikelen, ook pantoffels of slippers mee en drukkleding wanneer dat met u is afgesproken;
- Op de dag van de operatie mag u geen bodylotion gebruiken;
- We vragen u uw sieraden thuis te laten en uw piercings uit te doen;
- Op de dag van de operatie mag u geen make-up en nagellak dragen;
- Als u kunstharsnagels draagt gelden de volgende regels. Zijn de kunstharsnagels blank gelakt, dan hoeft u ze niet te verwijderen. Zijn de kunstharsnagels niet blank gelakt, dan moet u één nagel per hand verwijderen;
- Houdt u er rekening mee dat u geen contactlenzen, bril, gehoorapparaten of kunstgebit mag dragen op de operatiekamer;
- We raden u aan om voor de eerste weken na thuiskomst (zelf) hulp te regelen.
De operatie
Voor de operatie
Voor de operatie tekent de plastisch chirurg het operatiepatroon op uw lichaam. Daarom wordt u ruim voor de operatietijd opgenomen. De verpleegkundige geeft u voorbereidende medicijnen voor de anesthesie (narcose). Dit heet de premedicatie. Daarna krijgt u een operatiehemd aan. De verpleegkundige brengt u vervolgens met bed naar de operatieafdeling. Op de operatieafdeling wordt een infuus ingebracht. De anesthesioloog geeft u de algehele anesthesie.
De operatie
De operatie vindt plaats onder algehele narcose. De operatie duurt 2 tot 4 uur. Na de operatie heeft u een drukkende buikband om, die de ophoping van wondvocht moet voorkomen. Er worden altijd drains (dunne slangetjes) achtergelaten om overtollig wondvocht af te voeren. U krijgt ook een urinekatheter. Dit is een dun slangetje dat in uw blaas wordt ingebracht om urine af te voeren/ De duur van het verblijf in het ziekenhuis is afhankelijk van de omvang van de operatie en de hoeveelheid wondvocht. Als er geen complicaties optreden kunt u na één tot drie dagen naar huis.
Na de operatie
U wordt wakker op de verkoeverkamer (uitslaapkamer). Uw hartslag en bloeddruk worden regelmatig gemeten. De verpleegkundige let op nabloeden van de wond. Als het nodig is, krijgt u medicijnen tegen de pijn en/of misselijkheid. Zodra u goed wakker bent en de controles goed zijn, wordt u naar de verpleegafdeling teruggebracht.
Als u niet misselijk bent, mag u weer eten en drinken. U hoort van de verpleegkundige wanneer het infuus verwijderd mag worden.
Om trombose te voorkomen, krijgt u na de operatie ’s avonds een injectie met een bloedverdunnend medicijn. In sommige gevallen schrijft de plastisch chirurg antibiotica voor.
De dag na de operatie wordt er bloed bij u geprikt. Dit is om het ijzergehalte in uw bloed te controleren. Bij erg veel bloedverlies kan uw ijzergehalte verlagen en is soms medicatie nodig.
De arts bespreekt met u wanneer de drains verwijderd mogen worden. Als de drains verwijderd zijn mag u meestal naar huis. Voordat u weer naar huis gaat, wordt er een afspraak gemaakt voor controle op de polikliniek Plastische Chirurgie. Tijdens dit bezoek worden het verband en de hechtingen verwijderd.
Thuis
Adviezen en regels voor thuis
Het is belangrijk voor de doorbloeding van uw benen dat u regelmatig beweging heeft door kleine stukjes te lopen en in een stoel te zitten. Door uw benen regelmatig te bewegen kunt u de kans op een trombose verkleinen. Het is niet de bedoeling dat u thuis in bed gaat liggen, tenzij de plastisch chirurg u dit nadrukkelijk geadviseerd heeft.
- Om het geopereerde gebied te ondersteunen moet u 6 tot 8 weken drukkleding dragen, deze mag alleen uit om te douchen.
- De eerste zes weken na uw operatie mag u niet zwaar tillen of persen en niet sporten.
- U moet de littekens beschermen tegen de zon (en zonnebank), gedurende een half tot één jaar na de operatie.
- Het gebied waaraan u geopereerd bent heeft rust nodig om goed te kunnen genezen. Alle bewegingen die u pijnloos kunt uitvoeren zijn toegestaan.
- De herstelperiode van een bodylift is ongeveer zes weken. Daarna zijn alle normale bewegingen weer mogelijk en kunt u geleidelijk aan ook weer sporten.
Na overleg met de plastisch chirurg kunt u uw werk weer hervatten.
Risico’s en complicaties
Bloeding
Tijdens of na de operatie kan er een er bloeding of nabloeding ontstaan. De drukkleding helpt dit te voorkomen. Bij een forse nabloeding wordt u opnieuw geopereerd om de bloeding te stelpen.
Gevoelsstoornissen
In het geopereerde gebied kunnen gevoelsstoornissen (het gebied is minder gevoelig of gevoelloos) ontstaan. Deze verdwijnen meestal binnen enkele maanden.
Beschadiging van de lymfevaten
Soms raken de grote lymfevaten beschadigd. Als dit gebeurt, kan dit tot een langdurige zwelling van het geopereerde gebied leiden en wordt de afscheiding van wondvocht versterkt.
Infecties
Een infectie merkt u aan toename van pijn, koorts boven 38.5 C en een zwelling.
Verstoorde wondgenezing
Wondgenezingsstoornissen kunnen tot een trager herstel en bredere littekens leiden.
Ophoping van wondvocht
Na het verwijderen van de drains kan zich wondvocht ophopen, dat soms aangeprikt en leeggezogen moet worden.
Contouronregelmatigheden en asymmetrie
Na de operatie kunnen kleine contouronregelmatigheden en asymmetrie (scheefheid / ongelijkheid) optreden. Als het nodig is dan kan dit op een later tijdstip met een kleine operatie verbeterd worden.
Trombose
Bij operaties waarbij u tijdelijk veel rust moet houden, kan er een bloedstolsel (trombose) in de benen ontstaan en in zeldzame gevallen kan er een longembolie optreden. Om dit te voorkomen krijgt u voor en na de operatie injecties tegen trombose.
Een arts waarschuwen
Het is nodig dat u een arts waarschuwt:
- Als de wond fors gaat bloeden;
- Toenemende pijn;
- Bij optreden van zwelling;
- Als u koorts heeft boven de 38,5 C;
- Als de pleisters gaan jeuken, ruiken of uitslag veroorzaken;
- Bij ongerustheid.
Tussen 08.00 en 16.30 uur kunt u contact opnemen met de polikliniek Plastische Chirurgie via telefoonnummer (078) 652 32 66. 's Avonds en in het weekend kunt u contact opnemen met Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis via het algemene nummer van het Albert Schweitzer ziekenhuis (078) 654 11 11. De Spoedeisende Hulp neemt zo nodig contact op met de dienstdoende plastisch chirurg.