Bovenarmlift
Door extreme vermagering en of veroudering is er een huidoverschot ontstaan waar u last van heeft. Wanneer het huidoverschot bij u ontstaan is na afvallen en u wilt nog meer afvallen, dan adviseren wij u om de operatie uit te stellen en uw gewicht minimaal twaalf maanden stabiel te houden.
Welke operaties zijn er mogelijk?
Buitenzijde bovenarmen
Als er sprake is van plaatselijke vetophoping aan de buitenzijde van de bovenarmen, zonder verlies van huidelasticiteit, kan liposuctie (link folder liposuctie) een contourverbetering geven.
Binnenzijde bovenarmen
Hebt u aan de binnen- en onderzijde van de bovenarm een huid- vetoverschot dan is het mogelijk om dit middels een maanvormige snede gecombineerd met liposuctie te verwijderen. Het litteken loopt dan van de oksel richting de elleboog aan de binnenzijde van de arm.
Zijn er alternatieven voor een operatie?
Er is figuurondersteunende kleding te koop dat een kleine bijdrage kan leveren aan contourverbetering.
De operatie
Voor de operatie
Voor de operatie tekent de plastisch chirurg het operatiepatroon af. Daarom wordt u ruim voor de operatietijd opgenomen. De verpleegkundige geeft u voorbereidende medicijnen voor de anesthesie (narcose). Dit heet de premedicatie. Daarna krijgt u een operatiehemd aan. De verpleegkundige brengt u vervolgens met bed naar de operatieafdeling. Op de operatieafdeling wordt een infuus ingebracht. De anesthesioloog geeft u de algehele anesthesie.
De operatie
De operatie vindt plaats onder narcose. De operatie duurt ongeveer 3 uur. Als u wakker wordt, heeft u een drukkend verband om de armen. Dit zorgt ervoor dat wondvocht zich niet ophoopt. Soms wordt er een drain (een dun slangetje) in de wond achtergelaten om overtollig wondvocht af te voeren.
Na de operatie
U wordt wakker op de verkoeverkamer (uitslaapkamer). Uw hartslag en bloeddruk worden regelmatig gemeten. De verpleegkundige let op nabloeden van de wond. Als het nodig is, krijgt u medicijnen tegen de pijn en/of misselijkheid. Zodra u goed wakker bent en de controles goed zijn, wordt u naar de verpleegafdeling teruggebracht. Als u niet misselijk bent, mag u weer eten en drinken. U hoort van de verpleegkundige wanneer het infuus verwijderd mag worden.
Na de operatie krijgt u ’s avonds een injectie met een bloed-verdunnend medicijn. Dit is om trombose te voorkomen. De arts bespreekt met u wanneer de drains verwijderd mogen worden.
Thuis
Na de operatie voelen uw armen soms pijnlijk en gespannen aan. Dit wordt na een paar dagen minder. Het verband moet u laten zitten tot de eerste controle op de polikliniek Plastische Chirurgie. Douchen mag, maar alleen als u het verband absoluut droog houdt.
Het is belangrijk voor de doorbloeding van uw benen dat u regelmatig beweging heeft door kleine stukjes te lopen en in een stoel te zitten. Door de benen regelmatig te bewegen, kunt u de kans op trombose verkleinen. Het is niet de bedoeling dat u thuis in bed gaat liggen, tenzij de plastisch chirurg u dit nadrukkelijk geadviseerd heeft.
Bij ontslag uit het ziekenhuis wordt een afspraak gemaakt voor controle op de polikliniek Plastische Chirurgie. Tijdens deze controle wordt het verband en zo nodig de hechtingen verwijderd.
Adviezen en leefregels
- Om de armen te ondersteunen moet u 6 tot 8 weken druk kleding dragen, deze mag alleen uit om te douchen.
- De eerste zes weken na uw operatie mag u niet zwaar tillen of persen en niet sporten.
- U moet de littekens beschermen tegen de zon (en zonnebank), gedurende een half tot één jaar na de operatie.
- Het gebied (de armen) waaraan u geopereerd bent heeft rust nodig om goed te kunnen genezen. Alle bewegingen die u pijnloos kunt uitvoeren zijn toegestaan.
- De herstelperiode van een bovenarmcorrectie is ongeveer zes weken. Daarna zijn alle normale bewegingen weer mogelijk en kunt u geleidelijk aan ook weer sporten.
Na overleg met de plastisch chirurg kunt u uw werk weer hervatten.
Risico’s en complicaties
Bloeding
Tijdens of na de operatie kan er een er bloeding of nabloeding ontstaan. De drukkleding helpt dit te voorkomen. Bij een forse nabloeding wordt u opnieuw geopereerd om de bloeding te stelpen.
Gevoelsstoornissen
In het geopereerde gebied kunnen gevoelsstoornissen (het gebied is minder gevoelig of gevoelloos) ontstaan. Deze verdwijnen meestal binnen enkele maanden.
Beschadiging van de lymfevaten
Soms raken de grote lymfevaten beschadigd. Als dit gebeurt, kan dit tot een langdurige zwelling van het geopereerde gebied leiden en wordt de afscheiding van wondvocht versterkt.
Infecties
Een infectie merkt u aan toename van pijn, koorts boven 38.5 C en een zwelling.
Verstoorde wondgenezing
Wondgenezingsstoornissen kunnen tot een trager herstel en bredere littekens leiden.
Ophoping van wondvocht
Na het verwijderen van de drains kan zich wondvocht ophopen, dat soms aangeprikt en leeggezogen moet worden.
Contouronregelmatigheden en asymmetrie
Na de operatie kunnen kleine contouronregelmatigheden en asymmetrie (scheefheid / ongelijkheid) optreden. Als het nodig is dan kan dit op een later tijdstip met een kleine operatie verbeterd worden.
Trombose
Bij operaties waarbij u tijdelijk veel rust moet houden, kan er een bloedstolsel (trombose) in de benen ontstaan en in zeldzame gevallen kan er een longembolie optreden. Om dit te voorkomen krijgt u voor en na de operatie injecties tegen trombose.
Een arts waarschuwen
Het is nodig dat u een arts waarschuwt:
- Als de wond fors gaat bloeden;
- Toenemende pijn;
- Bij optreden van zwelling;
- Als u koorts heeft boven de 38,5 C;
- Als de pleisters gaan jeuken, ruiken of uitslag veroorzaken;
- Bij ongerustheid.
Tussen 08.00 en 16.30 uur kunt u contact opnemen met de polikliniek Plastische Chirurgie via telefoonnummer (078) 652 32 66. 's Avonds en in het weekend kunt u contact opnemen met Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis via het algemene nummer van het Albert Schweitzer ziekenhuis (078) 654 11 11. De Spoedeisende Hulp neemt zo nodig contact op met de dienstdoende plastisch chirurg.