Beroerte
Een beroerte wordt in medische taal een CVA genoemd. CVA is de afkorting van Cerebro Vasculair Accident. Dit betekent letterlijk: een ongeluk in de bloedvaten van de hersenen. Bij een beroerte krijgen de hersenen opeens te weinig of geen zuurstof. Er zijn twee vormen van een beroerte: een herseninfarct en een hersenbloeding.
Een herseninfarct
Bij een herseninfarct is er een bloedvat in het hoofd verstopt geraakt. De hersenen krijgen hierdoor te weinig bloed. Bloed zorgt voor de aanvoer van zuurstof. Een gedeelte van de hersenen krijgt door de verstopping te weinig zuurstof. De hersenen raken daardoor beschadigd. Dit beschadigde deel werkt dan niet goed meer.
Meestal gaat het bij een beroerte om een herseninfarct. Dit is bij 80% van de patiënten het geval.
Een hersenbloeding
Bij een hersenbloeding scheurt een bloedvat in de hersenen of knapt open. Daardoor hoopt bloed zich op in de hersenen. De hersencellen raken hierdoor beschadigd. Een hersenbloeding komt veel minder vaak voor dan een herseninfarct (bij ongeveer 20 % van de patiënten).
Bekijk hieronder de video van Ageeth, waarin zij vertelt over haar beroerte.
Taak van de hersenen
De hersenen hebben een belangrijke taak in ons lichaam. Zij regelen bijna alles. Ze zorgen ervoor dat we kunnen bewegen, zien, horen, spreken en denken. De hersenen regelen ook ons gevoel en onze emoties. Andere taken van onze hersenen zijn:
- Het bewustzijn;
- Het maken van keuzes en het besef van tijd;
- Reageren op veranderingen;
- Het verschil kunnen voelen tussen warm en koud en tussen hard en zacht;
- Begrijpen van taal.
De gevolgen van een beroerte
Bij een beroerte raakt een deel van de hersenen beschadigd. Dit beschadigde deel van de hersenen werkt dan niet goed meer. De gevolgen van een beroerte verschillen van persoon tot persoon.
De gevolgen zijn afhankelijk van:
- Het deel van de hersenen dat beschadigd is; bijvoorbeeld het deel waar de spraak wordt geregeld, of het deel dat de arm of been sturing geeft.
- Hoe groot het beschadigde deel is in de hersenen. Hoe groter het beschadigde deel, hoe meer verschijnselen iemand er aan overhoudt.
- De gezondheid van de patiënt zelf, de conditie en de leeftijd.
Mogelijke gevolgen van een beroerte zijn:
- Krachtsverlies en/of minder gevoel in armen of benen;
- Moeite met praten en taal;
- Slikproblemen;
- Problemen met zien;
- Moeite met concentreren en herinneren;
- Gedrags-, persoonlijkheids- en/of karakterverandering;
- Vermoeidheid.
Het kan zijn dat een deel van de klachten wel aanwezig is, maar niet direct zichtbaar is voor anderen, bijvoorbeeld karakterveranderingen. Na verloop van tijd, als men weer uit het ziekenhuis is, merken familie en naasten dat echter heel goed. Dit noemt men onzichtbare gevolgen.
Taal, spraak- en slikproblemen
Taalproblemen
Soms hebben mensen na een beroerte moeite met spreken, lezen en/of schrijven. Dit noemen we afasie. Iemand met afasie begrijpt soms niet wat er tegen hem gezegd wordt. Soms zegt een afasiepatiënt een ander woord dan hij bedoelt. Ook kan hij moeite hebben met het vinden van woorden en het maken van zinnen. Het belangrijkste is dat u iemand met afasie de tijd geeft om op woorden te komen, dat u geduld toont en niet voor hem of haar gaat spreken. Maak korte zinnen, spreek rustig en geef niet teveel informatie tegelijk.
Spraakproblemen
Patiënten met een dysartrie zijn moeilijk te verstaan. Ze spreken onduidelijk, eentonig of door de neus. Hun stem is hees of zacht. Bepaalde spieren die nodig zijn voor de stem, de uitspraak en het slikken werken onvoldoende.
Slikproblemen
Sommige patiënten krijgen slikproblemen na een beroerte. Bij problemen met slikken kan voedsel in de longen terechtkomen. Hierdoor kan een longontsteking ontstaan. Bespreek met de verpleegkundige of logopedist hoe u de kans op verslikken bij uw naaste zo klein mogelijk kan maken. Zo kan drank worden ingedikt en vast voedsel worden gemalen. Tijdelijke toediening van speciale voeding via een sonde door de neus is ook mogelijk.
Een delier
Na een beroerte kan een delier ontstaan. Iemand met een delier kan niet meer logisch nadenken en is in de war. De taal is onsamenhangend en vaak verandert de stemming plotseling. Soms herkent de patiënt personen niet meer, weet niet meer waar hij is en/of welke dag het is. Er kunnen ook hallucinaties voorkomen. De verschijnselen kunnen behandeld worden met medicijnen.
Herstel
Vaak herstelt een deel van het beschadigde gebied in de hersenen zich na enige tijd. Het is niet goed te voorspellen welke verbeteringen zullen optreden. Dat blijkt pas na verloop van tijd. De eerste tijd na een beroerte is dan ook een erg onzekere tijd waarin de toestand van de patiënt kan veranderen. De mate en snelheid van herstel verschilt van persoon tot persoon.
Factoren die het herstel kunnen beïnvloeden zijn:
- Leeftijd;
- Andere aandoeningen zoals een hartinfarct, suikerziekte, aderverkalking, longziekten;
- Eerdere beroertes.
De kans op herstel is groter als zo vroeg mogelijk gestart wordt met de behandeling, daarom komen meteen allerlei behandelaars aan het bed.