Opname

Op afdeling C3 liggen patiënten die behandeld worden door de neuroloog of de neurochirurg. Patiënten komen bijvoorbeeld na een mogelijke beroerte of TIA maar ook voor operatie aan een hernia.

Het opnamegesprek
Op de dag van uw opname heeft u een opnamegesprek met een verpleegkundige. U bespreekt dan het volgende:

• Of u eerder ziek bent geweest, een allergie heeft of dat er andere medische bijzonderheden zijn;
• De naam en het telefoonnummer van uw contactpersoon;
• Medicijnen die u gebruikt;
• De gang van zaken op de verpleegafdeling.

U kunt zelf ook vragen stellen over uw verblijf in het ziekenhuis.

Reanimatiebeleid
Op de Spoedeisende Hulp of de polikliniek wordt gevraagd of u tijdens de opname wel of niet gereanimeerd wilt worden. Wanneer u dit wel wilt, krijgt u een wit naambandje om. Wanneer u dit niet wilt, krijgt u een paars polsbandje om. Dit kan tijdens uw opname in het ziekenhuis ook veranderen.

Uw kamer
Er zijn één-, twee- of meerpersoonskamers. Welke kamer u krijgt, hangt af van de beschikbaarheid van de kamers of van uw medische toestand. Patiënten die ernstig ziek zijn of bijvoorbeeld een grote kans hebben op besmetting, krijgen een éénpersoonskamer.

Gemengd verplegen
Vanwege het grote aantal patiënten is het soms nodig mannen en vrouwen op dezelfde kamer te verplegen. Als u hier bezwaar tegen heeft, kunt u dit bespreken met de verpleging of de arts. Wij doen ons best om u dan zodra dit kan te verplaatsen naar een andere kamer.

Maaltijden
Drie keer per dag komt de assist bij u langs met de maaltijdenwagen. U kunt op dat moment bepalen wat u wilt eten. De maaltijden waaruit u kunt kiezen staan op de maaltijdkeuzelijst die u van de assist ontvangt. Met diëten of levensovertuiging wordt rekening gehouden. Koffie, thee, melk en andere dranken worden regelmatig geserveerd.

• Ontbijt: vanaf 07.15 uur
• Broodmaaltijd: vanaf 12.00 uur
• Warme maaltijd: vanaf 16.45 uur

Voorzieningen
Op de afdeling zijn vele voorzieningen om uw verblijf zo aangenaam mogelijk te maken.

Verpleging
Op de afdeling werken verpleegkundigen en leerling verpleegkundigen. Bij iedere patiëntenkamer hangt een wit bord. Hierop is te zien welke verpleegkundige die dag voor u (of uw naaste) zorgt. Bij de balie kunt u vragen naar de deze verpleegkundige zodat hij deze u te woord kan staan.

Artsenvisite
De zaalarts of physician assistant komt elke dag bij u langs en vraagt naar uw toestand. De zaalarts is een arts in opleiding tot neuroloog. De zaalarts bespreekt dagelijks de patiënten met de neuroloog. De neuroloog komt ook bij u langs.

Bezoektijden verpleegafdeling neurologie (C3)
Klik hier voor de actuele bezoektijden. 

Contactpersoon
Bij opname vraagt de verpleegkundige wie uw contactpersoon is. Deze contactpersoon is ook welkom tussen 11.00 en 13.00 uur. Om uw privacy zo goed mogelijk te beschermen, geven wij alleen informatie over u door aan deze contactpersoon. Voor de verpleging is het prettig om (naast de patiënt) met één persoon contact te onderhouden.

De contactpersoon:

• Is tussenpersoon tussen patiënt en de rest van de familie en vrienden;
• Kan aanwezig zijn bij gesprekken met de hulpverleners;
• Is welkom (tussen 10.00 en 22.00 uur) voor begeleiding van de patiënt of om te helpen bij de dagelijkse zorg. Graag in overleg met de verpleegkundige;
• Kan bellen tussen 11.00 en 11.30 uur of 15.00 en 15.30 uur;
• Geeft in overleg met de patiënt informatie door aan andere familie en bekenden;
• Kan een afspraak maken bij de verpleegkundige om de arts te spreken.

Patiënten met verschijnselen van een TIA of beroerte worden opgenomen op de stroke unit. Stroke is het Engelse woord voor beroerte.

De stroke unit is er om:

• Mogelijke veranderingen in de toestand van de patiënt snel te signaleren;
• Oorzaken op te sporen;
• Complicaties zoveel mogelijk te voorkomen;
• Zo snel mogelijk te starten met de revalidatie.

Wat gebeurt er op de stroke unit?
De patiënt 24 uur wordt met de monitor bewaakt. De monitor maakt een onregelmatig ritme van het hart snel zichtbaar. Een onregelmatig ritme van het hart kan een van de oorzaken zijn van een TIA of beroerte.

Om de paar uur controleert de verpleegkundige de bloeddruk, pols, temperatuur, het bewustzijn, de kracht van de armen en benen, de pupilreacties.

Het verblijf op de stroke unit na een beroerte duurt tot de situatie medisch stabiel is. Als er sprake is van een TIA duurt het verblijf totdat de 24 uur monitorbewaking voorbij is. Als het niet meer nodig is om op de stroke unit te blijven, verhuist u naar een andere kamer op de afdeling C3.

Afhankelijk van de klachten en de aandoening kunnen er verschillende behandelaars betrokken zijn bij de behandeling:

• De neuroloog; dit is uw behandelend arts.
• De zaalarts en/of physician assistant; het eerste aanspreekpunt voor alle medische informatie. Een gesprek op afspraak is altijd mogelijk. Wij verzoeken u de vragen zoveel mogelijk te bundelen.
• De verpleegkundige; coördineert de zorg en begeleiding die u krijgt en is het eerste aanspreekpunt voor u en uw familie.
• De fysiotherapeut; helpt bij het bewegen en oefenen.
• De ergotherapeut; traint samen met de patiënt de dagelijkse activiteiten zoals wassen en aankleden en huishoudelijke activiteiten. Ook kan de ergotherapeut advies geven over hulpmiddelen en aanpassingen thuis.
• De logopedist; kijkt hoe het gaat met de taal, spraak en het slikken. De logopedist geeft ook advies over het eten en drinken.
• De diëtiste; wordt zo nodig ingeschakeld voor voedingsadviezen.
• De revalidatiearts; geeft advies over het revalidatietraject.
• De transferverpleegkundige; regelt zo nodig de zorg na het verblijf in het ziekenhuis.
• De assist; biedt hulp bij de voorziening van het eten, drinken en algemene hygiëne op afdeling.
• De secretaresse; kan u bij de balie te woord staan en zo nodig verwijzen naar andere medewerkers. Ze regelt voor u ook de afspraken en onderzoeken.

Het Albert Schweitzer ziekenhuis gebruikt een speciale informatiekaart met daarop tips voor een veilig verblijf in het ziekenhuis. U kunt als patiënt namelijk ook iets doen aan een veilig verblijf in het ziekenhuis, bijvoorbeeld door vragen te stellen als u niet goed begrijpt wat de arts vertelt of als de pil die u krijgt er heel anders uit ziet dan die van de afgelopen dagen, is het goed om dat op te merken.

U krijgt de kaart van de verpleegkundige als u wordt opgenomen in het ziekenhuis. Mocht de verpleegkundige u geen kaart geven, dan kunt er gerust om vragen.

Klik hier voor een pdf van de patiëntveiligheidskaart ziekenhuis. De patiëntveiligheidskaart polikliniek vindt u hier.

Nazorg
Wanneer u na het verblijf op de afdeling niet gelijk naar huis kan, geeft het behandelteam advies over de nazorg. De zaalarts bespreekt dit advies met u en met uw contactpersoon. De transferverpleegkundige kan hulp bieden bij het coördineren van het nazorgtraject, bijvoorbeeld het aanvragen van een plek in een verpleeghuis of het aanvragen van thuiszorg.

Rode en groene kaart
Om onze dienstverlening te verbeteren, horen wij graag wat u van ons vindt. Wij nodigen u daarom uit om een groene of rode kaart in te vullen. Waarover bent u tevreden of ontevreden? U vindt de kaarten bij de brievenbus aan het begin van de afdeling. Na het invullen kunt u de kaart in de brievenbus gooien.

Telefoonnummers
Afdeling C3: (078) 652 34 23 (24 uur bereikbaar). Transferverpleegkundige: (078) 652 39 66 (aanwezig op dinsdag,woensdag en vrijdag).