Nasendoscopie (Onderzoek van neus en keelholte)
Het neusonderzoek of ‘nasendoscopie’ is een onderzoek van de binnenkant van de neus. De KNO-arts gebruikt hiervoor een kijker (een zogenaamde ‘scoop’). Dit is een buisje van ongeveer 3 millimeter doorsnede. Als ook de neuskeelholte (nasofarynx) wordt onderzocht, heet dit een ‘nasofaryngoscopie’.
Met de scoop onderzoekt de KNO-arts wat de oorzaak van uw klachten is. Op deze manier kunnen ontstekingen, poliepen, bloedingen of goed- en kwaadaardige zwellingen worden opgespoord. De arts bekijkt de uitgangen van de neusbijholten. Deze komen bij elkaar in de neusholte. Verder kijkt de arts of er afwijkingen zijn aan het neustussenschot of de neusschelpen. Het onderzoek wordt gedaan door uw eigen KNO-arts meestal geassisteerd door de polikliniekassistente of verpleegkundige.
Tijdens het onderzoek zit of ligt u in de onderzoekstoel. Voorafgaand aan het onderzoek wordt uw neusslijmvlies verdoofd met verdovingsvloeistof op watjes. De verdoving moet ongeveer 10 minuten inwerken. De arts schuift de scoop via uw neusgat in uw neus. U kunt gewoon door u neus blijven ademen. Het is mogelijk om via een monitor mee te kijken. Het onderzoek duurt meestal niet langer dan vijf minuten en is niet pijnlijk. Uw KNO-arts vertelt u direct de uitslag van het onderzoek en zal met u de eventuele vervolgonderzoeken en verdere behandeling bespreken.
Door de verdoving kan uw keel tijdelijk ongevoelig zijn. Om verslikken te voorkomen mag u gedurende een half uur na het onderzoek niets eten of drinken.
Meer informatie vindt u ook in de patiëntenfolder: