Antroscopie
Een antroscopie is een onderzoek waarbij de KNO-arts uw kaakholtes bekijkt via een scoop (kijker).
Wanneer is een antroscopie nodig?
Een antroscopie is nodig om te onderzoeken of u een ontsteking heeft in uw kaakholtes. Als u een kaakholte-ontsteking heeft, is het mogelijk om tijdens de antroscopie de kaakholtes meteen schoon te zuigen of te spoelen.
Voorbereiding
Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt zoals aspirine, Acenocoumarol of Marcoumar dan moet u in overleg met uw arts drie dagen voor het onderzoek stoppen met deze medicijnen. Na het onderzoek begint u weer met deze medicijnen.
Verdoving
De antroscopie wordt meestal onder plaatselijke verdoving gedaan. U hoeft hiervoor niet nuchter te zijn. De verdoving wordt gegeven via watjes die gedrenkt zijn in verdovingsvloeistof of met wattenstaafjes. Tijdens het verdoven loopt er altijd wat verdovingsvloeistof in uw keel. U kunt hierdoor een dik gevoel in uw keel krijgen en moeite hebben met slikken. Uw keel wordt dus niet echt dikker, het voelt alleen zo.
Na de antroscopie wacht u een uur voordat u weer wat mag eten en drinken.
Het onderzoek
Zodra de verdoving is ingewerkt, begint het onderzoek. Eerst wordt een dun buisje via uw neus naar uw kaakholte geschoven. Tijdens het inbrengen hoort u een krakend geluid, omdat het buisje door een dun botwandje wordt ingebracht. Dit herstelt zich later altijd. Door dit buisje kan de KNO-arts met een scoop in uw kaakholte kijken en deze zo nodig schoonzuigen en/of schoonspoelen.
Na het onderzoek
De verdoving is na ongeveer een uur uitgewerkt. De meeste patiënten hebben weinig tot geen napijn. Als u toch pijn heeft, kunt u paracetamol gebruiken volgens de dosering die in de bijsluiter staat.
De eerste dagen na het onderzoek kan er nog wat bloed uit uw neus komen, samen met wat korstjes en slijm. Goed spoelen met zout water voorkomt korstvorming en zwelling (zie folder ‘spoelen met zout water’). Ook kan uw neus de eerste dagen nog wat verstopt zijn. Deze klachten verdwijnen na enkele dagen.