Te snel werkende schildklier (hyperthyreoïdie)
De schildklier maakt het hormoon thyroxine (schildklierhormoon) aan. Dat hormoon is als het ware het gaspedaal van de stofwisseling. Hoe meer thyroxine de schildklier aanmaakt, des te sterker is de verbranding van koolhydraten, vetten en des te meer eiwit wordt er in het lichaam aangemaakt. Wanneer de hoeveelheid schildklierhormoon stijgt, nemen de hartslag en snelheid van de ademhaling toe. Soms werkt de schildklier te snel en dan noem je dit een hyperthyreoïdie. Voor de behandeling van een te snel werkende schildklier wordt u doorverwezen naar een internist. Klik hier voor een uitgebreidere beschrijving of lees hier onze folder.
Verschillende (combinaties van) behandelingen zijn mogelijk, afhankelijk van de oorzaak van hyperthyreoïdie:
- Medicijnen: dit kunnen schildklierremmers zijn in combinatie met levothyroxine en bètablokkers;
- Radioactief jodium: de behandeling bestaat uit het slikken van een capsule met de stof Jodium 131. Het radioactieve jodium zendt straling uit dat ervoor zorgt dat de schildklier kleiner wordt en langzamer gaat werken. De schildklier wordt hierbij van binnenuit bestraald. Deze bestraling beschadigt het weefsel rondom de schildklier vrijwel niet. Met radioactief jodium zijn er geen operatieve risico’s. De kans op het krijgen van hypothyreoïdie is bij radioactief jodium echter groot. Lees hier meer informatie.
- Operatie: voor de behandeling van een te snelle schildklier is een schildklieroperatie mogelijk. Het voordeel hiervan is dat de behandeling snel resultaat laat zien. Er is daarna vrijwel altijd levenslang een behandeling met schildklierhormoon (levothyroxine) nodig.
Oogklachten
Een van de oorzaken van hyperthyreoidie is de ziekte van Graves. Dit is een auto-immuunziekte. Auto-immuun wil zeggen dat het lichaam afweer- of antistoffen maakt tegen (delen van) het eigen lichaam, waardoor ziekteverschijnselen ontstaan. Bij de ziekte van Graves zijn er antistoffen tegen TSH (receptor antistoffen), waardoor de schildklier te snel gaat werken. Door deze antistoffen kan er ook een ontsteking van het weefsel achter en rond de ogen ontstaan. Door verdikking van de oogspieren, toename van vetweefsel en littekenvorming neemt de druk in één of beide oogkassen toe. Hierdoor gaan de oogleden opzwellen en de ogen uitpuilen. Aangezien de oogziekte van Graves niet vaak voorkomt, werken we samen met oogartsen die hier ervaring mee hebben. Zo nodig zullen patiënten worden doorverwezen naar het oogziekenhuis.
Lees hier meer informatie over de oogziekte van Graves.