Schildkliernodus/knobbel
Een schildkliernodus komt veel voor. Ongeveer één op de twintig mensen heeft een nodus in de schildklier. Het komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Er kan één nodus in de schildklier zitten, maar er kunnen ook meerdere ‘nodi’ (knobbels) gevonden worden. Een schildklier met één of meerdere nodi kan vergroot zijn, maar dat hoeft niet. Een vergrote schildklier wordt een struma genoemd.
Een nodus kan ontdekt worden, omdat u er last van heeft. Ook kan het zijn dat er bij toeval een nodus wordt gevonden op een echo of scan die om een andere reden gemaakt is. De meeste nodi zijn goedaardig. Bij slechts 5% van de mensen met een schildkliernodus wordt schildklierkanker gevonden. Een goedaardige nodus hoeft alleen behandeld te worden als u klachten heeft. Meer informatie is te vinden in de folder op de website van het schildklier netwerk en in onze eigen folder. Het onderzoek van een schildkliernodus bestaat vrijwel altijd uit bloedonderzoek, een echografie en vaak ook een punctie.
Lokale expertise
Echografische punctie met directe beoordeling (rapid onsite evaluation (ROSE))
Bij de echografie is ook een laborant van het pathologisch laboratorium aanwezig die terplekke beoordeelt of er voldoende materiaal voor onderzoek en diagnose is afgenomen. Als dit niet het geval is, dan kan direct opnieuw een punctie worden gedaan. Hierdoor is er vaker met één sessie een diagnose vast te stellen. Lees in deze folder meer informatie.
Leeg puncteren/scleroseren van een schildkliercyste
Soms bestaat een nodus geheel of voor een deel uit een holte met vocht. Dit wordt ook wel een ‘cyste’ genoemd. Het vocht kan dan met een naald worden weggezogen. Dit gebeurt op dezelfde manier als bij een punctie. Hierdoor wordt de holte kleiner. Helaas vult de holte zich vaak weer opnieuw met vocht. Soms wordt een stof ingespoten waardoor de wanden van de holte aan elkaar kunnen blijven plakken. De kans dat de holte zich dan weer vult met vocht is kleiner.
Radiofrequente ablatie
Een nieuwe behandeling voor een schildkliernodus (met lichamelijke klachten) is radiofrequente ablatie (RFA). Met een speciale naald wordt de nodus aangeprikt door de interventie radioloog. De cellen worden dan licht verwarmd, waardoor de cellen ‘kapot gaan’. De nodus wordt hierdoor kleiner. Niet elke nodus kan behandeld worden met RFA. De nodus moet aan bepaalde voorwaarden voldoen om behandeld te kunnen worden met RFA. Uw arts kan hier meer over vertellen. Lees hier meer informatie.