Veelvoorkomende klachten
Hieronder vindt u een overzicht van klachten en problemen die veel voorkomen na een opname op de IC.
Spierzwakte
Doordat u ernstig ziek bent geweest, zijn er allerlei schadelijke stoffen in uw bloedbaan gekomen. Deze stoffen komen in contact met uw zenuwen en/of spieren. Die werken daardoor niet goed meer en kunnen zelfs gedeeltelijk beschadigd raken. U merkt dit als 'spierzwakte' in vooral uw benen en armen. Dit kan verschillende klachten opleveren, zoals moeite met bewegen, krachtsvermindering en stoornissen in het gevoel. Soms zijn ook de spieren van het middenrif aangedaan en de slikspieren. Dan krijgt u moeite met het ademen, spreken en slikken. Heel treedt er een (tijdelijke) totale slappe verlamming op.
Mogelijke problemen met houding en beweging:
- Stijfheid en krachtsverlies in spieren en gewrichten, alsof u zeer zware lichamelijke arbeid heeft verricht.
- Veranderd gevoel in handen en voeten: doof of slapend (alsof u op watten loopt), prikkelend of tintelend, gespannen of strak.
- Zenuwpijn: brandend gevoel, pijnscheuten of een stekende pijn.
- Moeite met balans en stabiliteit: onzeker gevoel bij staan of lopen waardoor u steun moet zoeken. Dit kan erger worden in het donker of sluiten van uw ogen.
Het is belangrijk om eerst de onderliggende oorzaak aan te pakken. Pas dan kunnen uw spieren en zenuwen herstellen. Fysiotherapie en zo nodig ergotherapie kan helpen om uw spieren soepel te houden en te trainen. Als u last heeft bij het slikken, kan het nodig zijn dat een logopedist u begeleidt.
Slikproblemen
De eerste tijd na een IC-opname kan het slikken pijnlijk zijn. Dit komt door een irritatie van de keel en luchtweg als u lang beademd bent geweest. Moeilijk kunnen slikken kan ook veroorzaakt worden door een nog bestaande zwakte van de slikspieren (zie 'spierzwakte') . Slikstoornissen kunnen beangstigend zijn: het niet goed kunnen doorslikken van drank, voedsel of speeksel kan verslikken en hoestbuien veroorzaken. De logopedist kan helpen om de oorzaak van slikproblemen te vinden en begeleidt u bij het weer goed kunnen kauwen en slikken.
Smaak en reuk
Tijdens uw verblijf op de IC kunnen uw smaak en reuk aangetast zijn. Hierdoor smaakt uw eten wellicht heel anders dan u verwacht. Dit kan komen door het tijdelijk minder goed functioneren van uw smaakpapillen, omdat deze even niet gebruikt zijn door bijvoorbeeld sondevoeding of voeding via een infuus, verandering van uw reukzin (reuk en smaak functioneren samen) en smaakverandering door medicijnen (bijvoorbeeld antibiotica).
Veranderde eetlust
Als u moe bent en/of veel spierverlies heeft, kan eten al een hele inspanning zijn. Uw eetlust is meestal in het begin niet optimaal. Dit kan ook te maken hebben met een opgeblazen gevoel door een verstoorde darmflora. Bepaalde medicijnen, bijvoorbeeld antibiotica, kunnen dit veroorzaken. Ook kunt u door een pijnlijke, soms droge mond en pijn bij het slikken het eten erg onprettige maken. Als u hier last van heeft, is het belangrijk dit te overleggen met een diëtiste.
Tips voor aangenaam en smakelijk eten:
- Neem de tijd om te eten.
- Eet meerdere malen kleine porties.
- Bouw het eten van pittig of gekruid voedsel langzaam op. Uw maag en darmen zijn dit niet meer gewend.
- Gebruik speciale calorierijke drankjes met extra vitaminen en mineralen als bijvoeding.
- Drink voldoende, als dat is toegestaan.
Zowel in het ziekenhuis als thuis is het belangrijk dat u voldoende en de juiste voeding krijgt om uw herstel te ondersteunen. Praktische informatie hierover vindt u in de folders van onze diëtisten.
Concentratie problemen
Na uw opname op de IC kunt u last hebben van vergeetachtigheid en concentratieverlies. Dit kan ook komen als u een delier (acute verwardheid) heeft gehad. Uw ernstige ziekte heeft uw zenuwstelsel zwaar belast. Het verwerken en opslaan van informatie kost de eerste tijd meer moeite en energie. Ook kan uw vermogen om het overzicht te bewaren of meerdere dingen tegelijk te doen u af en toe in de steek laten. Daar hoeft u zich niet voor te schamen; uw hersenen hebben tijd nodig om een ernstige ziekte te boven te komen. Door aanpassingen, zoals het werken met lijstjes, het bepalen van de aandacht bij één ding tegelijk en het doen van trainingsoefeningen voor het geheugen, kan deze beperking verminderen en kunt u er beter mee om gaan.
Haar- en nagelproblemen
Het komt vaak voor dat u na een opname op de IC last heeft van haaruitval. De natuur heeft bepaald dat tijdens ziekte de haren geen prioriteit hebben. Ze worden dunner, breken makkelijker en/of vallen uit. Als u weer goed hersteld bent, groeien ze meestal weer aan. Wat voor uw haren geldt, betreft meestal ook de nagels. Daarbij kan het ook zijn dat we u tijdens uw verblijf op de IC een pijnprikkel hebben moeten geven om uw bewustzijn te controleren. We duwen dan met een hard voorwerp op het nagelbed. Dit kan blauwe plekken onder uw nagels geven. De nagels kunnen soms ook horizontale groeven vertonen: dit komt door een tijdelijke groeistoornis van de nagel als gevolg van de ernstige ziekte. Het kan zijn dat u dit pas thuis merkt.