Onderzoeken
Als u hartklachten heeft, is het belangrijk om te onderzoeken waar deze klachten vandaan komen. Er zijn veel onderzoeken mogelijk. De cardioloog bespreekt met u welk(e) onderzoek(en) u krijgt. Hieronder vindt u een overzicht van alle onderzoeken.
Ajmaline provocatietest
Een Ajmaline provocatietest is om te beoordelen of u het Brugada syndroom heeft. Dit is een erfelijke aandoening waarbij de elektrische geleiding van het hart is verstoord. Hierdoor is er een verhoogd risico op ernstige hartritmestoornissen.
Tijdens de test krijgt u via een infuus de stof Ajmaline toegediend. Er worden meerdere hartfilmpjes (ECG’s) gemaakt. Een gespecialiseerd verpleegkundige doet dit onderzoek in aanwezigheid van een cardioloog. Deze beoordeelt de ECG’s op specifieke afwijkingen en stelt vast of u het Brugada syndroom heeft.
Voor het onderzoek moet u nuchter zijn. Dat betekent dat u vanaf 24.00 uur de avond voor het onderzoek niet meer mag eten en drinken. Het is belangrijk dat uw maag helemaal leeg is. Anders kan het onderzoek niet gedaan worden.
Houd er rekening mee dat u na het onderzoek niet zelf met de fiets of auto naar huis mag rijden.
Cardioversie
Bij boezemfibrilleren (hartritmestoornis met een onregelmatige hartslag die veel te hoog is) kan cardioversie helpen om het hart weer in het juiste ritme te krijgen. Boezemfibrilleren wordt ook wel atriumfibrilleren genoemd. Cardioversie gebeurt met een korte elektrische schok. Hiervoor brengen we u kort (5 minuten) in slaap.
Een cardioversie kan ook gedaan worden bij boezemflutter (ook wel atriumflutter genoemd). Bij deze stoornis is het hartritme ook te hoog, maar meestal wel regelmatig.
Meer informatie over dit onderzoek leest u in de folder 'Cardioversie'. Een behandeling voor hartritmestoornissen'. Soms kan het ritme weer normaal gemaakt worden met medicijnen per infuus.
CT-scan van het hart
De CT-scan van het hart wordt vooral gebruikt om afwijkingen aan de kransslagaderen aan te tonen of uit te sluiten. Bij een aantal patiënten wordt daarmee een hartkatheterisatie overbodig. De CT-scan van het hart is een patiëntvriendelijk onderzoek. Er hoeven geen katheters in het lichaam te worden ingebracht via de lies of pols. Dit gebeurt wel bij een hartkatheterisatie. Hieronder ziet u een CT-scan van een gezond hart.
Meer informatie over dit onderzoek leest u in de folder 'CT-scan van de kransslagaders'.
Bewaking van uw hartritme (Telemetrie)
Dit onderzoek wordt alleen uitgevoerd als u bent opgenomen in het ziekenhuis.
Om uw hartritme te controleren, wordt gebruik gemaakt van een telemetriezender. Via plakkers op uw borst bent u aangesloten op een zender die u bij u draagt. Met dit systeem wordt uw hartritme continu bewaakt.
Meer informatie leest u in de folder ‘Telemetrie’.
Dagregistratie van uw bloeddruk (24 uurs tensie meting)
Een hoge bloeddruk kan om verschillende redenen ontstaan. Bijvoorbeeld door (in)spanning, emoties, pijn, roken, gebruik van alcohol, overgewicht en koorts. Vaak is er geen duidelijke oorzaak te vinden. Bij inspanning is de bloeddruk hoger en bij rust en slapen is de bloeddruk lager.
Om een duidelijk beeld van uw bloeddruk te krijgen, zijn meerdere metingen nodig. Dit wordt met een 24-uurs bloeddrukmeting gedaan. U krijgt voor ongeveer 24 uur lang een bloeddrukband om de arm met daaraan een bloeddrukmeter (mee naar huis). Regelmatig wordt uw bloeddruk automatisch gemeten; de bloeddrukband pompt vanzelf op.
De arts kan aan de hand van deze metingen (24uurs grafiek) zien hoe uw bloeddruk wisselt tijdens uw dagelijkse bezigheden en of u daarbij klachten ervaart. Zo nodig kan hij u de juiste behandeling en medicijnen voorschrijven.
Meer informatie over dit onderzoek leest u in de folder ‘24-uurs bloeddrukmeting’.
Dagregistratie van uw hartritme (holterregistratie)
Een holter is een dagregistratie van uw hartritme. Door gedurende een langere tijd uw hartritme te registreren, kunnen bepaalde afwijkingen opgespoord worden die op een ‘gewoon’ ECG (hartfilmpje van 10 seconden) niet zichtbaar zijn. U moet hierbij denken aan ritmestoornissen. Een hartslag kan te snel, te langzaam of onregelmatig zijn.
U krijgt vijf elektroden op uw borst geplakt, die met draden zijn verbonden met een recorder. U moet deze recorder ongeveer 24 uur bij u dragen. Deze krijgt u mee naar huis. De volgende dag levert u de recorder weer in bij de polikliniek Cardiologie. Via deze recorder wordt uw hartslag geregistreerd. U krijgt een dagboekje mee, waarin u uw activiteiten beschrijft met de eventueel daarbij optredende klachten. Gegevens uit dit dagboekje worden vergeleken met uw hartritme op dat tijdstip.
Lees hier meer over 20-24 uur hartregistratie en hier meer over een meerdaagse holter.
Defibrillatie Treshold-test (DFT-test)
Met een DFT-test testen we de werking van uw geïmplanteerde defibrillator (ICD). De functies van de ICD worden altijd getest na implantatie. Het kan ook nodig zijn om de ICD te testen als u andere medicijnen heeft gekregen voor uw hartritmestoornis. De DFT-test vindt onder narcose plaats. Het onderzoek duurt ongeveer 15 minuten.
Voor het onderzoek moet u nuchter zijn. Dat betekent dat u vanaf 24.00 uur de avond voor het onderzoek niet meer mag eten en drinken. Het is belangrijk dat uw maag helemaal leeg is. Anders kan het onderzoek niet gedaan worden.
Houd er rekening mee dat u na het onderzoek niet zelf met de fiets of auto naar huis mag rijden. De reden hiervan is dat u tijdens de test een slaapmiddel heeft gekregen.
Meer informatie over de DFT-test vindt u in onze folder ‘DFT-test’.
Dobutamine Stressechocardiogram
Met dit onderzoek kunnen we aantonen of er sprake is van een zuurstoftekort van de hartspier. De inspanning wordt niet door u zelf geleverd, zoals bij een testergometrie (fietstest), maar nagebootst door middel van een medicijn. Het medicijn (Dopamine) krijgt u via een infuus toegediend. Het zorgt ervoor dat uw hart sneller en krachtiger gaat kloppen. U hoeft hier zelf geen inspanning voor te verrichten.
Tijdens het onderzoek worden er meerdere hartfilmpjes, ofwel ElektroCardioGrammen (ECG), bij u gemaakt om het eventuele zuurstoftekort aan te kunnen tonen. Het onderzoek duurt ongeveer 45 minuten.
Voor het onderzoek hoeft u niet nuchter zijn. Let op: Een aantal medicijnen mag u voor dit onderzoek niet innemen. Welke dit zijn, leest u in de folder ‘Dobutamine stressechocardiogram’.
Echo-onderzoek van het hart (Echo-dopplercardiogram)
Bij dit onderzoek brengen we uw hart in beeld met behulp van geluidsgolven. U krijgt een aantal plakkers op uw borst. Met het echoapparaatje kijkt de laborant vervolgens tussen de ribben door naar uw hart. Het echoapparaatje verzendt en ontvangt de geluidsgolven die worden vertaalt naar beelden op een monitor. Sommige weefsels en structuren laten meer geluidsgolven door dan andere weefsels. Hierdoor zijn er verschillende tinten zwart, wit en grijs op het scherm te zien.
Doppler
De dopplertechniek wordt gebruikt om de stroomsnelheid van uw bloed te meten. De bloedlichaampjes weerkaatsen de geluidsgolven en afhankelijk van de stroomsnelheid wordt dit in een hoger of lager geluid omgezet. Uit de toonhoogte wordt de snelheid en de richting van de bloedstroom afgeleid. Deze geluiden maken dus deel uit van het gehele onderzoek.
Het onderzoek geeft veel informatie over de anatomie van het hart, de pompfunctie, de werking van de hartkleppen en zelfs over de doorbloeding van het hart. Het onderzoek doet geen pijn en duurt ongeveer 10 tot 30 minuten.
Klik hier voor meer informatie over het doppler onderzoek in de folder.
Fietstest (fietsergometrie)
Dit is een onderzoek waarbij we kijken hoe het hart functioneert tijdens inspanning. Bij een hartfilmpje in rust zijn afwijkingen niet altijd te zien. Bij inspanning moet het hart harder werken. Het hart heeft daarbij meer behoefte aan energie en zuurstof. Daardoor worden afwijkingen beter zichtbaar.
Een inspanningstest kan worden uitgevoerd om:
- Het lichamelijk inspanningsvermogen te bepalen;
- De oorzaak van klachten in de borststreek te achterhalen;
- Ritmestoornissen te beoordelen;
- Het resultaat van een dotterbehandeling of bypassoperatie te controleren. U krijgt een paar elektroden met plakkertjes op uw rug en borst. Deze registreren uw hartritme. Tijdens het onderzoek wordt ook uw bloeddruk gemeten.
Een inspanningstest wordt meestal op de fiets (hometrainer) gedaan. De laborant vraagt u te starten met fietsen. De belasting wordt daarbij langzaam opgevoerd. Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten. De hartfunctielaborant en arts vergelijkt de opnames van de hartfilmpjes tijdens inspanning met de opnames in rust. Zo kunnen zij de oorzaak van de klachten vinden. De arts bespreekt de uitslag met u.
Er is geen voorbereiding voor nodig. Wel is het verstandig om voor de fietstest iets te eten.
Klik hier voor meer informatie over de fietstest in de folder.
Hartfilmpje (ECG)
Een hartfilmpje ofwel ECG is een grafische weergave van de elektrische activiteit in de hartspier. De letters ECG staan voor ElektroCardioGram. Een ECG registreert de elektrische prikkel die de spiercellen in het hart laat samentrekken. De meeste hartziekten hebben gevolgen voor het prikkelgeleidingssysteem en laten daarom sporen na op een ECG.
Een ECG geeft dus veel informatie over hartziekten en wordt gebruikt om een eerste aanwijzing te krijgen over wat er aan de hand is met het hart. We kunnen uit een ECG bijvoorbeeld afleiden of u ritmestoornissen, geleidingsstoornissen of een (dreigend) hartinfarct heeft. Het onderzoek duurt maar een paar minuten.
De elektroden worden met plakkertjes op de borstkas bevestigd. De arts krijgt de uitslag in een grafiek op papier.
Het doet geen pijn
Het maken van een hartfilmpje is een eenvoudig onderzoek zonder risico’s. U krijgt een aantal plakkers op uw lichaam. Het duurt een paar minuten en doet geen pijn.
Een eerste indruk
Een hartfilmpje geeft alleen een eerste indruk. Als uit het hartfilmpje blijkt dat er mogelijk iets aan de hand is met uw hart, dan is er meestal verder onderzoek nodig.
Hartkatheterisatie
Als u pijn op de borst heeft of als u een hartinfarct heeft gehad, kan er onderzoek worden gedaan naar uw hart en naar de kransslagaders. Dit zijn de slagaders rondom uw hart. Dit onderzoek wordt een hartkatheterisatie genoemd.
Met een hartkatheterisatie kan de cardioloog:
- Onderzoeken of er vernauwingen of verstoppingen zijn in de kransslagaders;
- De pompwerking van het hart meten;
- De werking van de hartkleppen beoordelen;
- De bloeddruk in het hart en de longen meten.
Verloop van het onderzoek
Onder plaatselijke verdoving schuift de cardioloog een buisje in de slagader van uw lies of arm. Via dit buisje worden verschillende dunne slangetjes (katheters) naar uw hart geschoven. Via de katheters wordt contrastvloeistof in uw hart of in de kransslagaders gespoten. Hiermee wordt de hartkamer of worden de kransslagaders in beeld gebracht.
Tijdens het inspuiten van de contrastvloeistof wordt een film gemaakt van de beelden die op de monitor te zien zijn. Om uw hart en de kransslagaders goed van alle kanten te kunnen bekijken, verandert de apparatuur die boven u hangt steeds van positie.
Afbeelding: De hartkatheterisatiekamer
Meten bloeddruk in de kransslagaders (FFR-meting)
Bij een FFR-meting wordt gekeken in hoeverre de bloedvaten rondom uw hart zijn vernauwd. FFR is de afkorting voor Fractional Flow Reserve.
De arts schuift een katheter (een dunne soepele slang) via de lies of pols in de slagader. Daarna schuift de arts het slangetje voorzichtig richting de bloedvaten rondom het hart.
De cardioloog meet hoe hoog de bloeddruk in uw kransslagaders is. Bij de meting wordt gebruik gemaakt van een medicijn dat uw bloedvaten tijdelijk wijder maakt.
MRI-scan van het hart
Bij dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een magnetisch veld en radiogolven. Er komt dus geen röntgenstraling aan te pas. Met een MRI kan bijvoorbeeld heel gedetailleerd de structuur van het hartspierweefsel in beeld gebracht worden, zonder dat daarvoor een operatie nodig is.
Met een contrastmiddel kan zelfs littekenweefsel nauwkeurig in beeld worden gebracht dat ontstaan is door bijvoorbeeld een hartinfarct, een ontsteking of stapelingsziekte. Daarnaast kan ook de hartfunctie of een mogelijke afwijking aan de hartkleppen onderzocht worden.
De meest voorkomende redenen om een MRI onderzoek te doen zijn:
- Hartfalen, al dan niet met bekende oorzaak;
- Aantonen/uitsluiten vitaal hartspierweefsel na een hartinfarct;
- Aantonen/uitsluiten doorbloedingsstoornissen van het hartspierweefsel;
- Aangeboren hartafwijkingen;
- Of liever direct al een bewegend beeld op de pagina, net als bij CT.
Onderzoek naar hartkloppingen en duizeligheid (Eventrecorder)
Een eventrecorder is een opnameapparaatje dat u tegen uw borst houdt, wanneer u last heeft van hartkloppingen, duizeligheid en/of wegrakingen. Door een (hartfilm)registratie te maken terwijl u klachten heeft, kunnen we bepaalde afwijkingen opsporen die op een ‘gewone’ ECG (hartfilmpje) niet zichtbaar zijn.
Onderzoek naar hartritmestoornissen via een infuus (Tambocor test)
Een Tambocor test is een onderzoek naar de oorzaak van hartritmestoornissen. Bij deze test krijgt u via een infuus het medicijn tambocor. Tambocor is een medicijn dat de hartslag normaal maakt en de snelheid waarmee het hart werkt, verlaagt. Tegelijkertijd wordt er een electrocardiogram (ECG) gemaakt. Dit is een hartfilmpje dat uw hartritme registreert.
Slokdarm-echo, TEE
Dit onderzoek wordt ook wel TEE-onderzoek genoemd (transoesophagaleechocardiografie). Dit is een echo-onderzoek van het hart. Met behulp van geluidsgolven worden afbeeldingen van het hart gemaakt. De afbeeldingen zijn te zien op een beeldscherm. Op de afbeeldingen zien we het hart en zijn ook mogelijke afwijkingen in de bouw en de functie van het hart te zien.
U krijgt eerst een slaapmiddel. Daarna brengen we via uw mond een buigzame slang in de slokdarm tot deze op de hoogte van het hart ligt. Via deze slang worden geluidsgolven opgevangen en omgezet in beelden van het hart. Omdat de slang via de slokdarm dicht bij het hart wordt gebracht, geeft het onderzoek meer informatie dan een gewoon echo-onderzoek. Het onderzoek duurt ongeveer 35 minuten.
Nuchter zijn
Voor het onderzoek moet u nuchter zijn. Dat betekent dat u 4 uur voor het onderzoek niet meer mag eten en drinken. Het is belangrijk dat uw maag helemaal leeg is. Anders kan het onderzoek niet gedaan worden.
Omdat u tijdens het onderzoek een slaapmiddel heeft gekregen, mag u na het onderzoek niet zelf met de fiets of auto naar huis rijden.