Schaamlipkanker
Schaamlipkanker is kanker van de schaamlippen. Een tumor kan zowel in de binnenste als in de buitenste schaamlippen ontstaan. Schaamlipkanker heet ook wel vulvakanker, omdat het ook uit andere delen van de uitwendige vrouwelijke geslachtsorganen (= de vulva) kan ontstaan, zoals de clitoris, de overgang van schaamlippen naar de vagina of de overgang van schaamlippen naar de anus.
In Nederland werd in 2019 ongeveer 400 keer de diagnose schaamlipkanker gesteld (cijfers IKNl). De meeste vrouwen zijn ouder dan 70 jaar.
De oorzaak
Er zijn twee belangrijke risicofactoren voor het ontstaan van schaamlipkanker:
- Lichen Sclerosus (LS) van de vulva: een goedaardige aandoening waarbij de huid van de schaamlippen dunner of juist dikker wordt. Ook kan de huid lichter van kleur worden. Jeuk staat op de voorgrond bij deze huidaandoening. Vrouwen met LS hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van schaamlipkanker.
- Door een infectie met het Humaan papillomavirus (HPV) kunnen goedaardige, maar wel afwijkende cellen in de schaamlippen ontstaan. We noemen dit ook wel HSIL (High-grade Squamous Intraepithelial Lesion). HSIL is een voorstadium van schaamlipkanker. Bij beide aandoeningen is het belangrijk om deze goed te behandelen, zodat de kans op het ontstaan van schaamlipkanker kleiner is.
De klachten
Klachten kunnen zijn:
- Pijn of een branderig gevoel;
- Jeukklachten;
- Pijn of een branderig gevoel bij het plassen;
- Bloederige afscheiding;
- Voelbare zwelling of een wondje dat niet overgaat.
Vrouwen stellen het bezoek aan de huisarts vaak uit. Soms schamen ze zich over de plaats van de symptomen of ze vinden de klachten niet meteen ernstig.
De diagnose
Als de huisarts u heeft verwezen naar de gynaecoloog, zal de gynaecoloog een lichamelijk onderzoek verrichten. Bij het lichamelijk onderzoek onderzoekt de arts de hele schaamstreek zorgvuldig op afwijkingen. Meestal kijkt hij/zij ook met een spreider (speculum) in de vagina naar de baarmoedermond. Zo nodig wordt er een uitstrijkje gemaakt.
Bij twijfel of verdenking op kanker wordt een biopt genomen. De gynaecoloog haalt onder plaatselijke verdoving een stukje weefsel weg. Een patholoog onderzoekt het biopt vervolgens onder de microscoop.
Blijkt uit deze onderzoeken dat u schaamlipkanker heeft? Dan wordt u verwezen naar het academisch ziekenhuis. Hier zal verder onderzoek plaats vinden om te weten of de tumor zich beperkt tot de schaamstreek of dat er uitzaaiingen zijn.
De behandeling
Operatie
Indien het mogelijk is, dan is de eerste behandeling bij schaamlipkanker een operatie. Dit wordt altijd in een academisch ziekenhuis verricht.
De gynaecoloog verwijdert de tumor op de vulva. Voordat de operatie plaatsvindt wordt deze uitgebreid met u besproken en wordt uitgelegd wat nodig is om bij u te verwijderen. Vaak zal de arts ook lymfeklieren in de liezen verwijderen. Schaamlipkanker zaait namelijk vaak als eerste naar de liezen uit. Een deel van de patiënten komt in aanmerking voor een schildwachtklierprocedure waarmee de lymfeklieren extra onderzocht worden op mogelijke uitzaaiingen. De schildwachtklier is de eerste lymfeklier in de liezen waarin uitzaaiingen vanaf de schaamlippen terecht kunnen komen.
Een patholoog onderzoekt of er kankercellen zitten in het weggenomen weefsel. Als dat het geval is, is meestal een tweede operatie nodig. Wanneer de schildwachtklier een uitzaaiing laat zien, wordt met u besproken of het nodig is om alsnog alle lymfeklieren uit de liezen te verwijderen. Wanneer de schildwachtklier geen uitzaaiingen laat zien, is het niet nodig alle lymfeklieren uit de liezen te verwijderen.
Bestraling
Bestraling wordt bij schaamlipkanker toegepast als genezende behandeling of als palliatieve behandeling. Een palliatieve behandeling is bedoeld om de ziekte te remmen en/of klachten te verminderen.
Als de schaamliptumor is ingegroeid in de anus of plasbuis, zou een hele uitgebreide operatie nodig zijn om de tumor volledig te kunnen verwijderen. Een alternatief is dan bestraling. Ook kunt u bestraling voorafgaand aan de operatie krijgen. Het doel is om de tumor te verkleinen, zodat de operatie minder ingrijpend hoeft te zijn. Bestraling kan ook na de operatie worden gegeven, om de kans op terugkeren van de ziekte te verkleinen.
Chemotherapie
Vaak krijgt u bij schaamlipkanker chemotherapie in combinatie met bestraling als een operatie niet mogelijk is. De chemotherapie versterkt het effect van de bestraling. Dit heet chemoradiatie. Deze behandeling is in opzet genezend.
Als u chemotherapie zonder bestraling krijgt, is dat een palliatieve behandeling.
Nazorg en controle
Na de behandeling van schaamlipkanker blijft u onder controle bij uw arts. Hij/zij onderzoekt of de ziekte terugkomt. Ook kunt u zelf de vulva af en toe met een spiegeltje bekijken of u kunt zo mogelijk uw partner vragen dat te doen. Afhankelijk van de andere behandelingen die u heeft gehad (bestraling, chemotherapie of hormoontherapie), kan het ook zijn dat de controles om-en-om met de radiotherapeut zullen plaatsvinden.