Geslachtsziektes (SOA's)
Wat is het?
Geslachtsziektes zijn aandoeningen aan de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen. Ze worden ook wel Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA's) genoemd, omdat geslachtsziektes besmettelijk (overdraagbaar) zijn en via seksueel contact worden overgedragen. Op deze pagina vindt u informatie over seksueel overdraagbare aandoeningen en een eileiderontsteking. Een eileiderontsteking wordt nogal eens, maar zeker niet altijd, veroorzaakt door een SOA. Daarom komen beide onderwerpen in één pagina aan bod.
SOA’s zijn infecties die door seksueel contact (meestal gemeenschap) worden overgebracht. Iedereen kan bij onveilig seksueel contact een SOA oplopen. Een enkele infectie is ook overdraagbaar bij condoomgebruik. SOA’s geven vaak geen klachten, daardoor weten mensen met een SOA niet altijd dat zij een infectie bij zich dragen die zij kunnen overdragen aan anderen. Tegelijkertijd is het belangrijk te weten dat de meeste van de klachten vaak een andere oorzaak kunnen hebben.
De meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoeningen zijn:
- Chlamydia: wordt veroorzaakt door een soort bacterie die zich nestelt in de slijmvliezen van de geslachtsorganen.
- Gonorroe: wordt veroorzaakt, net als Chlamydia, door een infectie van de slijmvliezen van de geslachtsorganen, de urinebuis, de anus of keel.
- Genitale wratten: wordt veroorzaakt door een virus, het humaan papilomavirus (HPV). De wratten zitten meestal rond de schaamlippen, in de vagina, op de baarmoeder of rond de anus.
- Trichomonas: is een eencellig organisme, groter dan een bacterie. Er ontstaat een ontsteking van de vagina en/of de plasbuis.
- Hepatitis B:is een virusinfectie. De infectie is zeer besmettelijk, wat betekent dat het virus gemakkelijk over te dragen is aan anderen. Het virus bevindt zich in het bloed of in lichaamsvloeistoffen als sperma, vaginaal vocht en urine.
- Herpes genitalis: wordt veroorzaakt door een virus, het herpes-simplex-virus. Er bestaan twee soorten herpes. Type 1 geeft meestal aanleiding tot herpesblaasjes op de lip (koortslip) en minder vaak op de geslachtsorganen. Type 2 veroorzaakt vooral klachten met de geslachtsorganen.
- Syfilis: wordt veroorzaakt door een bacterie die zich nestelt in de vagina, de mond of de anus. Als geen behandeling plaatsvindt, kan de bacterie zich door het bloed verspreiden en vele jaren later ernstige ziekten veroorzaken. Dit heeft tijdens de zwangerschap ook ernstige gevolgen voor het kind.
- HIV-infectie: is een virus dat de ziekte aids veroorzaakt. Door besmetting met dit virus kan vele jaren later aids optreden. Behandeling met medicijnen vertraagt deze ziekte meestal met vele jaren.
- Schaamluis: is een besmetting met kleine luisjes die kunnen leven op alle behaarde delen van het menselijke lichaam, behalve in het hoofdhaar.
- Schurft: wordt veroorzaakt door de schurftmijt, een beestje dat onder een microscoop goed te zien is.
Onderzoeken
Bij het vermoeden van een SOA kunnen er verschillende onderzoeken plaatsvinden: een kweek van de baarmoedermond en/of urinebuis en/of vagina, onderzoek onder de microscoop, bloedonderzoek en eventueel een gynaecologisch onderzoek met behulp van een spreider (speculum).
Behandelingen
Afhankelijk van de diagnose en uitslagen van de onderzoeken zijn er verschillende behandelingen mogelijk, die uw gynaecoloog met u zal bespreken. Sommige SOA's zijn goed te behandelen met een antibioticum, zoals Chlamydia, Gonorroe en Syfilis. Bij andere SOA's verwijdert de behandeling het virus niet uit uw lichaam, zoals bij Herpes genitalis, Hepatitis B en HIV.
Omdat SOA’s vaak geen klachten geven, weten andere of vroegere seksuele partners van uw of uw partner vaak niet dat zij misschien een SOA hebben. Om te voorkomen dat zij deze weer doorgeven aan anderen, is het belangrijk dat zij ook geïnformeerd worden. U (of uw partner) kan dat zelf doen. Als u dat moeilijk vindt, kan een sociaal-verpleegkundige van de GGD u hierbij helpen. Zo kunt u een waarschuwingsstrook krijgen om per post op te sturen of kan de verpleegkundige contact opnemen met de betreffende partner(s), zonder daarbij uw naam te noemen.
Bijna iedereen weet wel wat ‘veilig vrijen’ belangrijk is om SOA’s te voorkomen. Soms zijn er redenen waarom het, als het erop aankomt, toch moeilijk is om veilig te vrijen. Bedenk voor uzelf wat veilige seks moeilijk maakt en aarzel niet daar met de gynaecoloog, huisarts of verpleegkundige over te praten. Zij kunnen behulpzaam zijn bij het vinden van oplossingen.
Meer informatie vindt u ook in de folder van de beroepsvereniging van Gynaecologen, de NVOG