Ervaringen
Anne-Marie Korevaar-Struijk, patiënt
“Mijn contact met de geestelijk verzorgers ontstond bij toeval. Tijdens chemotherapie raakte ik in gesprek met de geestelijk verzorger, zonder te weten wie hij was. Ik wist dat er geestelijk verzorgers waren, maar zou er uit mezelf niet direct om gevraagd hebben. Je hebt al snel de associatie met geloof, of - bij ernstige ziekte - met doodgaan. Dat is niet terecht, weet ik nu. Deze mensen luisteren. Ze sturen niet. De drempel viel weg. Ik praatte zo vrijuit, dat het ook mij verbaasde. De geestelijk verzorger kwam steeds tijdens de chemokuur een praatje maken. Hij attendeerde me op de ‘mindfulness’-training die gegeven werd. Zijn inschatting dat ik daar baat bij zou hebben, was juist. Ik heb nog steeds contact. Het zijn prachtige mensen. Ik raad hen ook bij anderen aan.”
Marleen van Breugel, afdelingshoofd Oncologie
“Op afdeling B3 verplegen wij mensen met kanker. De ene patiënt herstelt, de andere niet. Maar voor iedereen is kanker slecht nieuws. Het is dus niet raar dat mensen wel eens ‘down’ zijn. Wij als verpleegkundigen hebben oog voor psychosociale begeleiding en geven die ook. Maar gesprekken over zingeving en spiritualiteit, daar zijn de geestelijk verzorgers veel beter in. Zij zijn graag geziene gasten op B3. Sommige patiënten vragen er zelf om, maar wij kunnen het ook aankaarten bij de patiënt of bij de geestelijk verzorger: ‘Ga eens langs bij die meneer of mevrouw’. Praten móet nooit, het mag. De meeste patiënten vinden het fijn. Na een goed gesprek zien we iemand vaak weer even sprankelen, hij of zij is ineens ‘uit de dip’. Heel belangrijk en waardevol vinden wij dat.”