Clusterhoofdpijn

Omschrijving

Mensen met clusterhoofdpijn hebben zeer hevige aanvallen van hoofdpijn die plotseling ontstaan, vaak 's nachts. De aanvallen komen meestal in perioden (‘clusters'). Het komt het meest voor in de leeftijd van 20 tot 40 jaar en dan vaker bij mannen dan bij vrouwen en vaker in één familie.
De pijnklachten hebben vaak een enorme impact op het leven van de patiënt en diens omgeving.

De oorzaak is niet altijd duidelijk. Mogelijk gaat het uit van het Ganglion Pterygopalatinum (zenuwknoop) die in de schedel achter het jukbeen ligt.

Klachten

• Heftige aanvallen rond het oog die een half uur tot 2 uur duren.
• Oog wordt rood en gaat tranen.
• Pupil wordt nauwer en oog gaat hangen.
• Loopneus.
• Bewegingsdrang.

Behandelmogelijkheden

Hieronder leest u welke behandelmogelijkheden er zijn. Het resultaat van deze behandelingen is afhankelijk van verschillende factoren en kan per patiënt verschillend zijn. De pijnspecialist of verpleegkundig specialist bespreekt met u welke behandeling het beste bij u past.

Kijk op de website van de Nederlandse Hoofdpijn Vereniging voor meer informatie over clusterhoofdpijn. 

Afhankelijk van uw klachten kan er een zenuwblokkade gedaan worden maar dit is niet in alle gevallen de oplossing.

Mogelijk ligt een (deel) van de oorzaak van clusterhoofdpijn  bij het Ganglion Pterygopalatinum. Dit is een zenuwknoop net achter het jukbeen waarin veel zenuwbanen samenkomen. Deze zenuwknoop is belangrijk voor behandelingen van sommige vormen van pijn in het gezicht of het hoofd.

Door deze zenuwknoop met een speciale naald te benaderen en vervolgens te behandelen met warmte, wordt de zenuwknoop verdoofd (geblokkeerd). Dit gebeurt onder röntgendoorlichting. Dat betekent dat er tijdens de behandeling continue röntgenbeelden worden gemaakt zodat de pijnspecialist de zenuwknoop goed kan zien.

Over deze behandeling is nog geen folder beschikbaar, de arts kan u hier meer over vertellen. 

Dit is een gespecialiseerde behandeling die in een gespecialiseerd centrum plaatsvindt
Uw behandelend pijnspecialist of verpleegkundig specialist kan u hierover informeren.
 

In eerste instantie zal de pijnspecialist of verpleegkundig specialist proberen de pijn te bestrijden met medicijnen. Dit kunnen pijnstillers zijn. Als eerste wordt geprobeerd de pijn te bestrijden met paracetamol of NSAID's (een bekend voorbeeld van een NSAID is Ibuprofen). Helpt dat niet dan kan overgestapt worden naar sterkere pijnstillers. Uw pijnspecialist of verpleegkundig specialist kan u hier meer over vertellen.

Behalve pijnstillers zijn er ook nog andere medicijnen mogelijk. Deze medicijnen zijn eigenlijk bedoeld om andere aandoeningen te behandelen, maar hebben ook een gunstige werking op het verminderen van de pijnprikkels. Voorbeelden hiervan zijn medicijnen tegen epilepsie en medicijnen tegen depressie.