Instabiele knieschijf/patella
Patellofemorale instabiliteit betekent dat de knieschijf instabiel is. Hierdoor kan de knieschijf luxeren, ook wel bekend als ‘uit de kom schieten’.
Oorzaak
Een traumatische patellaluxatie komt veel bij jonge sporters voor. Dit kan komen door een verkeerde beweging van de knie. Bij de eerste luxatie is er over het algemeen geen reden om dit te opereren. Bij chronische instabiliteit waarbij de knieschijf regelmatig uit de kom schiet, kan een operatie helpen. Welke operatieve ingreep gedaan zal worden, ligt aan welke anatomische afwijkingen aanwezig zijn. Er zijn vier anatomische risicofactoren die de kans op chronische instabiliteit vergroot:
- Het knieschijfbandje (MPFL) is afgescheurd na de eerste luxatie;
- Ondiepe groeve van de knieschijf;
- Hoogstand van de knieschijf;
- De aanhechting van de knieschijfpees staat te ver naar buiten.
Klachten
Als de knieschijf luxeert, is er een zwelling te zien aan de buitenkant van de knie. Dit gaat gepaard met veel pijn. Bij chronische instabiliteit kan dit samen gaan met pijnklachten achter de knieschijf en het gevoel dat de knieschijf steeds bijna uit de kom schiet.
Hoe stellen we de diagnose?
Uw verhaal en het lichamelijk onderzoek zijn belangrijk voor het stellen van de diagnose. Allereerst laat de orthopeed een röntgenfoto maken. Naar aanleiding van de röntgenfoto, het verhaal en het lichamelijk onderzoek kan er, indien nodig, een MRI-scan of CT-scan worden aangevraagd. Op de scan kunnen we de bovengenoemde anatomische afwijkingen in kaart brengen.
Niet operatieve behandeling
Bij een eerste luxatie is de behandeling meestal zonder operatie, ook wel conservatieve behandeling genoemd. Vaak is de knie aan het begin gezwollen en pijnlijk. Er kan worden gekozen om kortdurend de knie in een spalk te immobiliseren (1 tot 2 weken). Daarna zal worden gestart met fysiotherapie om langzaam te oefenen en de bovenbeenspieren aan te sterken.
Bij chronische instabiliteit zal ook eerst gestart worden met een conservatieve behandeling. Extra aandacht wordt besteed in het trainen van de bovenbeenspieren en coördinatie. Daarnaast kan een kniebrace worden gebruikt om de knieschijf te stabiliseren.
Operatieve behandeling
Als u blijvend pijn/instabiliteit heeft ondanks een conservatieve behandeling, stelt de orthopeed u een operatie voor. Welke type operatie is afhankelijk van de anatomische afwijkingen die op de MRI worden gezien. Tot de mogelijkheden behoren: het herstellen van het knieschijfbandje (MPFL) met uw hamstringpees, in combinatie met of zonder het verplaatsten van uw aanhechtingspunt van uw knieschijfpees.