Wist u dit?

  • Dotteren is genoemd naar de Amerikaanse arts Charles T. Dotter, die de methode heeft uitgevonden. Andere benamingen zijn 'ballonverwijding', ‘ballondilatatie’ (‘dilatatie’ betekent ‘oprekken’ of ‘wijder maken’) of angioplastiek. Dotteren wordt toegepast in zowel slagaders van buik en benen, halsslagaders en kransslagaders.
  • De moderne officiële term voor dotteren is Percutane Coronaire Interventie (PCI).
  • Dotteren van kransslagaders wordt ook 'PTCA' genoemd: Percutane Transluminale Coronaire Angioplastiek. In eenvoudigere woorden betekent dit een van binnenuit wijder maken van een vernauwde kransslagader via de huid door de bloedvaten heen.
  • Dotteren is een zogeheten 'katheterbehandeling'. Voordeel van deze behandeling is dat men slechts een klein gaatje in de lies (of in de arm) hoeft te prikken waardoor de katheter (dun slangetje) wordt ingebracht en naar de vernauwing wordt geschoven.
  • Kransslagaders hebben een doorsnee van maar een paar millimeter in doorsnee. Is een kransslagader voor de helft of meer dichtgeslibd, dan komt iemand in aanmerking voor een dotterbehandeling. Vaak heeft deze persoon dan ook last van pijnklachten die niet met medicijnen overgaan (benauwdheid, vermoeidheid of pijn op de borst).
  • Een kransslagader kan dichtslibben door kalk, cholesterol of door samengeklonterde bloedplaatjes. Zo'n bergje slib wordt ook wel 'plaque' genoemd. Het dichtslibben van een ader wordt aangeduid als aderverkalking.
  • Bekende risicofactoren voor aderverkalking zijn roken, hoge bloeddruk, diabetes mellitus (suikerziekte) en een te hoog cholesterolgehalte van het bloed.
  • Een stent lijkt op het veertje dat u in een balpen aantreft. (Alleen is dit 'veertje' dat gebruikt wordt bij een dotterbehandeling gemaakt van een metaalsoort die ons lichaam kan verdragen).
  • De meeste stents hebben een speciaal laagje (coating) met een medicijn dat de aangroei van plaque in de stent voorkomt.
  • Afhankelijk van de behandeling wordt gekeken of u dezelfde dag naar huis mag of dat u een nacht in het ziekenhuis moet blijven.
  • Dotteren is een behandeling met een zeer hoge kans van slagen: meer dan 95% van de behandelingen is succesvol.
  • De kans bestaat altijd dat de vernauwing terugkomt (roken vergroot deze kans). De patiënt krijgt dan bij inspanning dezelfde klachten als vóór de dotterbehandeling. De kans dat de klachten terugkomen, is het grootst binnen de eerste zes maanden na de dotterbehandeling. Na deze periode is die kans heel klein.
  • Tot voor kort moesten patiënten uit onze regio voor een dotterbehandeling naar Rotterdam. Dat betrof jaarlijks zo'n zeshonderd patiënten. De voor- en nazorg van deze patiënten vond al wel in het Albert Schweitzer ziekenhuis plaats.
  • Sinds kort kunnen patiënten ook in het Albert Schweitzer ziekenhuis terecht voor een dotterbehandeling. Ideaal: zo krijgen deze patiënten ook als het om dotteren gaat een hoogwaardige zorg dichtbij huis.
  • Voorlopig vinden er in het Albert Schweitzer ziekenhuis alleen geplande dotterbehandelingen plaats. Op termijn zullen ook patiënten met een hartinfarct met spoed in ons ziekenhuis gedotterd kunnen worden.
  • Dotteren in het Albert Schweitzer ziekenhuis is veilig. We voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen en werken met ervaren interventiecardiologen.