Zorgpad

Chemotherapie bij bloedziekten

Chemotherapie bestaat uit medicijnen die speciaal de snel delende cellen aanpakken. Het is daarom vaak erg effectief tegen kankercellen. Dit gebeurt door direct het DNA van snel delende cellen te ontregelen. Deze medicijnen worden ook wel cytostatica genoemd.

Doordat alle snel delende cellen, dus ook de goede, worden aangevallen, zijn er ook veel bijwerkingen te verwachten. Gelukkig is hiertegen wel vaak iets te doen. 

Meestal krijgt u een aantal chemokuren. Een kuur kan bestaan uit meerdere delen. Daarna krijgt uw lichaam een aantal dagen of weken de tijd om van de kuur te herstellen. Zodra u voldoende hersteld bent, krijgt u een volgende kuur. 

 

U bent nu hier

HomepageHematologieBehandelingenChemotherapie bij bloedziekten
  1. Voorbereiding

    Gesprek over de chemokuur

    Uw behandelend oncoloog of hematoloog heeft met u een kuur besproken die speciaal op uw situatie van toepassing is. Dit kan één therapie zijn of een combinatie van meerdere. Uw arts vertelt u de opzet en werking van uw behandeling. 

    De oncologieverpleegkundige spreekt met u in het inlichtingsgesprek de details van de kuur door.
    Ook heeft de oncologieverpleegkundige praktische tips om de therapie en de gevolgen ervan, zoals haaruitval en misselijkheid, zo goed mogelijk te doorstaan.

  2. Behandeling

    Chemotherapie via tablet of infuus

    Chemotherapie in tabletvorm 
    Bij deze vorm van chemotherapie neemt u zelf thuis tabletten in. Op die manier worden deze medicijnen via uw maag-darmkanaal in uw bloedbaan opgenomen. Zo verspreidt het medicijn zich door uw hele lichaam. Op deze manier hopen we alle kankercellen te bereiken. Doordat ons lichaam nog meer snelgroeiende cellen bevat, zoals bloedcellen en slijmvliescellen kan een behandeling met chemotherapie verschillende bijwerkingen geven. 

    Chemotherapie via een injectie (onderhuids of in de spieren)
    Sommige medicijnen worden met een injectie gegeven. Dit kan op de dagbehandeling Oncologie, op de verpleegafdeling B3 en soms ook thuis. Om de huid te ontzien kunnen de verpleegkundigen een bepaald roulatie-schema volgen. U kan altijd aangeven wat u zelf prettig of juist niet prettig vindt. Vaak wordt de plaats van prikken toch rood, zonder dat het klachten geeft. Mocht u toch pijn of jeuk krijgen, overleg dan met uw oncologieverpleegkundige. 

    Chemotherapie via een infuus
    Sommige medicijnen kunnen alleen nog via een infuus in de arm gegeven worden (intraveneus) Deze behandeling vindt plaats op de afdeling dagbehandeling Oncologie op locatie Dordwijk. 
    Als u een chemokuur krijgt die langer dan 12 uur duurt, wordt u opgenomen op verpleegafdeling B3 of C1 op locatie Dordwijk. Uw arts of de oncologieverpleegkundige vertelt u waar u behandeld wordt.
     
    Een infuus wordt bij voorkeur in de onderarm geprikt. Als dat niet lukt wordt een ander plekje gezocht. Bij een heel langdurige behandeling of als het steeds heel veel moeite kost het infuus te prikken, kan er een blijvend infuus in een groot bloedvat geplaatst worden. Dit kan lang blijven zitten. Als dat nodig is kan daaruit ook bloed worden afgenomen. Dit infuus moet wel wekelijks verzorgd worden.
     
     
    Chemotherapie via het ruggenmerg
    Veel medicijnen die geslikt of geprikt worden komen niet door de bloed-hersenbarrière. Daarom is het soms nodig om een deel van de kuur via een ruggenprik toe te dienen. Bijvoorbeeld als we denken of als we weten dat er kwaadaardige cellen in de hersenen zijn. Via het ruggenmerg komen de middelen dan toch in de hersenen. Dit gebeurt altijd door een neuroloog in het ziekenhuis.
     
    Bloedprikken
    Vóór iedere kuur moet uw bloed gecontroleerd worden. Daarom gaat u een uur vóór uw afspraak met uw arts of verpleegkundige, bloedprikken bij het Result Laboratorium. Er is geen balie waar u zich moet melden. Er staat een aanmeldzuil. Als u daar op de ‘Cito-knop’ drukt dan krijgt u voorrang. Ook is de uitslag dan snel bekend.
     
    Heeft u een zogeheten Hickman, PICC of PAC gekregen? Dan kan u een afspraak (laten) maken om bloed af te laten nemen op de dagbehandeling Oncologie.
     
  3. Bijwerkingen

    Verschillend per patiënt

    Door de behandeling/therapie die u krijgt kunnen bijwerkingen optreden. Het is niet te voorspellen of u last krijgt van bijwerkingen. Het optreden van bijwerkingen en de mate waarin, kan per patiënt verschillen en zegt niets over het effect van de behandeling op uw ziekte. Als u last krijgt van één of meer bijwerkingen dan vindt u hier adviezen hoe u er mee om kunt gaan en/of wat u ertegen kunt doen. U kunt dit ook altijd bespreken met de oncologieverpleegkundige of specialist. 

    Hieronder beschrijven we eventuele bijwerkingen:
     
    • Effect op bloedwaarden, koorts en infecties;
      Een tekort aan rode bloedcellen kan bloedarmoede geven. Daardoor kunt u zich vermoeider voelen en duizelig worden. Als u minder witte bloedlichaampjes in uw bloed heeft, is de kans op infecties groter. Als u minder bloedplaatjes in het bloed heeft, is de kans op blauwe plekken, een bloedneus of andere bloedingen groter. 

       
    • Misselijkheid, smaakverandering, veranderde eetlust;
      Door de behandeling kan uw smaak minder worden of veranderen. Het is heel belangrijk dat u op gewicht blijft. U kunt ook zwaarder worden tijdens de behandeling door bijvoorbeeld bepaalde medicijnen. 
    • Maagdarmklachten;
      Maagzuur - door de medicijnen of door overgeven kan er soms zure maaginhoud naar boven komen in de slokdarm. 
      Diarree - deze waterdunne ontlasting kan onder andere veroorzaakt worden door een infectie of slijmvliesirritatie als gevolg van chemotherapie. 
      Obstipatie - als u last van verstopping heeft kan dit komen door onder andere medicijnen, minder actief zijn, een veranderd voedingspatroon en ziekte. 
       
    • Verminderde conditie, vermoeidheid en dagelijkse taken
      Door de ziekte en/of de behandeling merkt u wellicht dat u sneller vermoeid raakt, prikkelbaar en/of emotioneel kunt zijn. Houd hier rekening mee in uw dagelijks leven. 
       
    • Effect op mondslijmvliezen
      Normaal gesproken vormt het (mond)slijmvlies een bescherming tegen het binnendringen van allerlei bacteriën, schimmels en virussen die in de mond voorkomen. Door de (chemo)therapie kan het mondslijmvlies deze beschermende functie verliezen. Hierdoor kunnen wondjes ontstaan of kunt u gevoelig en/of droog tandvlees/mondslijmvlies krijgen.
       
    • Oogklachten
      De slijmvliezen van de ogen kunnen geïrriteerd raken. U kunt droge en prikkende of tranende ogen krijgen. Mensen met contactlenzen hebben hier sneller last van. 
       
    • Effect op menstruatie en vruchtbaarheid
      Tijdens de (chemo)therapie kan de menstruatie wisselen van ‘een keer overslaan' tot heftiger vloeien. Als uw behandeling is afgerond, kan de menstruatie weer worden zoals het was. Maar ook kan de menstruatie na de behandeling wegblijven waardoor u dus versneld in de overgang komt.

      Vaak is de behandeling van invloed op uw vruchtbaarheid. Van mannen en vrouwen. Maar het stoppen van menstrueren door de behandeling wil niet zeggen dat u op dat moment niet zwanger kunt worden. Het is dus geen anticonceptie. Als u in de vruchtbare leeftijd bent, is een zwangerschap gedurende de behandeling ten zeerste af te raden. De behandeling kan namelijk schadelijk zijn voor een ongeboren kind. Bij bepaalde vormen van kanker wordt aangeraden om tot een jaar na de laatste behandeling niet zwanger te worden. Uw specialist of oncologieverpleegkundige zal u hierover verder informeren als dit van toepassing is. 
       
    • Effect op seksualiteit
      Door de bijwerkingen van de kuren kan de zin in vrijen minder worden of veranderen. De behoefte aan tederheid en knuffelen kan juist toenemen. Vrijen kan en mag zeker als u daar behoefte aan heeft. Aarzel niet om problemen op dit gebied met uw specialist of oncologieverpleegkundige te bespreken. 
       
    • Effect op haar
      Van sommige behandelingen valt het haar uit. Dat kan hoofdhaar zijn, maar ook andere lichaamshaar, zoals okselhaar, schaamhaar, baarden en snorren en soms ook de wenkbrauwen en/of de wimpers. Bij sommige kuren is het mogelijk om haarverlies van de hoofdhuid te beperken of te voorkomen door gebruik te maken van hoofdhuidkoeling.
       
    • Effect op huid en nagels
      Door de behandeling kan uw huid droog en/of schilferig worden. Gebruik regelmatig een bodylotion zonder parfum. Ook kan uw huid gevoeliger zijn dan normaal en sneller verbranden in de zon.
       
    • Irritatie van een bloedvat
      Het bloedvat van de arm waarin u een infuus krijgt, kan soms branderig of vervelend aanvoelen en rood verkleuren. Dit komt door irritatie van het bloedvat door de medicijnen.
       
    • Aandoening aan de zenuwen (neuropathie)
      Sommige medicijnen kunnen tintelingen, pijn en/of een verminderd gevoel van de handen en/of voeten veroorzaken. De zenuwuiteinden zijn dan beschadigd door de behandeling.
       
    • Aandoening aan handpalmen en voetzolen (handvoetsyndroom)
      De oncologieverpleegkundige zal u vooraf vertellen of deze bijwerking ook geldt voor de behandeling die u krijgt.
       
    • Effect op geheugen en concentratie
      Veel mensen krijgen tijdens of na de behandeling problemen met het geheugen of de concentratie. Voor ongeveer een derde van de patiënten blijft dit zo. De klachten kunnen ook een gevolg zijn van de angst, stress en vermoeidheid door het ziek zijn en de behandelingen.
       
    • Effect op stemming en emoties
      Wanneer er in een korte periode veel op u afkomt brengt dat natuurlijk emoties met zich mee. Soms hele heftige. Emoties kunnen soms ook extra “gekleurd” zijn door de medicijnen die u krijgt.
       
    • Effect op directe omgeving
      Voor iedereen geldt dat uw directe omgeving zal merken dat u in behandeling bent. Praktisch en emotioneel. Wellicht geldt dit nog sterker voor mensen met kleine kinderen, een eigen zaak of een reizend beroep. 
       
    • Effect op slapen
      Ondanks dat vermoeidheid een veelgehoorde klacht is, ervaren sommige patiënten tijdens de behandeling ook problemen met slapen.

    Lees hier wat u zelf kunt doen om zo goed mogelijk door de chemotherapie heen te komen

    Dit filmpje gaat over de workshop 'Looking good, feel better' voor mensen met kanker.

  4. Resultaat

    Na de behandeling

    Na de chemotherapie komt u in een nieuwe fase, een fase die we niet van tevoren kunnen voorspellen. Het is heel goed mogelijk dat uw ziekte invloed heeft op hoe u tegen het leven aankijkt of op uw relatie met vrienden, partner en familie. Bijwerkingen kunnen overgaan, maar sommige kunnen blijvend zijn. Deze nieuwe situatie kan onzekerheden met zich meebrengen.

    De chemotherapie kan leiden tot verschillende uitkomsten:

    • De tumor is gekrompen en er volgt een nieuwe behandeling met medicijnen.
    • De tumor is gekrompen en een operatie volgt.
    • De tumor is vernietigd en u bent mogelijk genezen.
    • De behandeling heeft geen effect laten zien op de tumorgroei.
    • Ondanks de behandeling zijn er uitzaaiingen geconstateerd.

    Revalidatie
    Oncologische revalidatie is mogelijk na de chemotherapie. De revalidatiearts kan met u een plan maken voor de begeleiding die u nodig heeft. Dit kan zijn fysiotherapie om uw conditie op te bouwen na de chemotherapie, psychische ondersteuning en maatschappelijke ondersteuning. 

    Blijvende klachten
    Er zijn patiënten die blijvende klachten ervaren na chemotherapie. De meest voorkomende klachten zijn:

    • Tintelingen, pijn en/of een verminder gevoel van de vingertoppen/handen en voetzolen door beschadigde zenuwuiteinden (neurpathie);
    • Botontkalking;
    • Concentratieverlies en geheugenproblemen;
    • Gehoorschade;
    • Hartschade;
    • Menstruatiestoornissen;
    • Nierschade;
    • Onvruchtbaarheid of verminderde vruchtbaarheid;
    • Seksuele stoornissen;
    • Vermoeidheid;
    • Vervroegde overgang.

    Deze klachten kunt u bespreken met uw oncoloog/hematoloog en oncologieverpleegkundige. 

    Lees hier over alle behandelingen

U bent nu hier

HomepageHematologieBehandelingenChemotherapie bij bloedziekten
Naar boven