Zorgpad

Radiotherapie (bestraling)

Bestraling is de behandeling van kanker met straling. Een ander woord hiervoor is radiotherapie.

U bent nu hier

HomepageDarm- en leverkankerDarmkanker, wat nu?Radiotherapie (bestraling)
  1. Behandeling

    Bestraling vernietigt kankercellen

    De straling kunt u niet zien, ruiken of voelen. Bestraling wordt samen met de operatie en chemotherapie het meest gebruikt om kanker te behandelen. Een ander woord voor bestraling is radiotherapie. Bestraling is een behandeling die kankercellen vernietigt. U wordt bestraald op de plek waar de tumor of uitzaaiingen zitten. De gezonde cellen eromheen worden zo veel mogelijk gespaard. Kankercellen kunnen minder goed tegen straling dan gezonde cellen. Gezonde cellen die bestraald zijn herstellen zich meestal weer.

    De duur van de behandeling is afhankelijk van de soort tumor, de plaats van de tumor en het doel van de radiotherapie. Het kan variëren van één dag tot soms zeven weken.
  2. Locatie

    In dependance Erasmus MC

    Als u bestraald moet worden, kunt u terecht bij de dependance van de afdeling Radiotherapie Erasmus MC in Dordrecht. Dat is direct naast het Albert Schweitzer ziekenhuis, locatie Dordwijk.
  3. Bijwerkingen

    Vermoeidheid komt vaak voor

    Vermoeidheid, meer behoefte aan slaap en minder eetlust zijn veelvoorkomende bijwerking van bestraling. De meeste bijwerkingen ontstaan vaak in de loop van de bestralingsperiode. Afhankelijk van het lichaamsdeel waarop u bestraald wordt, kunnen specifieke bijverschijnselen optreden. Deze zijn bij bestraling op:
    • De buik: misselijk gevoel, darmkrampen, dunne ontlasting.
    • De onderbuik: verschijnselen die lijken op blaasontsteking, zoals pijn bij het plassen en vaker plassen. Soms ook dunne ontlasting.
    • Maag en omgeving: misselijkheid, braakneigingen.
    • Longen: hoestklachten, overmatig slijm, pijn bij het slikken.
    De radiotherapeut bespreekt met u welke klachten van toepassing kunnen zijn bij de voorgestelde behandeling en hoe u het beste met deze bijwerkingen kunt omgaan. Soms kan hij of zij medicijnen voorschrijven. De bijwerkingen verdwijnen meestal twee tot drie weken na de laatste bestraling. 
  4. Resultaat

    Na de behandeling

    De radiotherapeut bespreekt naast de behandelend arts de resultaten van de radiotherapie met u. Verder zal u onder controle blijven bij uw arts. 

    Herstel gezonde cellen

    Weefsels met cellen die snel delen, geven ook snel bijwerkingen. Vaak binnen een aantal weken. Gelukkig herstellen de gezonde cellen zich meestal binnen een aantal dagen tot weken, zodat bijwerkingen weer verdwijnen.

    Blijvende gevolgen van bestraling

    Weefsels met cellen die langzamer delen reageren ook later op de bestraling. Hieronder een overzicht van langzaam delende weefsels en mogelijke gevolgen van bestraling op langere termijn.

    • Spieren: Door bestraling kunnen spieren op den duur strakker worden. Soms geeft dat op de lange termijn stijfheid en pijnklachten. Zo ook in de borstwand na bestraling bij longkanker.
    • Vetweefsel: Vetcellen die door de bestraling beschadigd zijn, gaan pas lang na afloop van de bestraling dood.
    • Botten: Na een hoge dosis bestraling op een bot kan dit soms bros worden en 'spontaan' breken. Dit komt maar heel zelden voor. Door bestraling verandert namelijk de samenstelling van het botweefsel: minder botcellen en meer tussenstof en kalk. Juist de botcellen zorgen voor flexibiliteit en stevigheid van het bot.
    • Zenuwweefsel: Heel zelden raakt bij een heel hoge dosis bestraling een zenuw beschadigd en valt deze na verloop van jaren uit. Hierdoor kan het gevoel en soms ook de kracht van bijvoorbeeld een arm en hand verminderen.
    • Haarvaten: Haarvaten zijn de allerkleinste bloedvaatjes. In een gebied dat een hoge dosis bestraling heeft gehad, gaat meestal een deel van de haarvaten verloren. Meestal blijven er voldoende over, maar het kan leiden tot slechter doorbloede weefsels of littekenvorming.
    • Hart: Door bestraling van het hart is het risico op een hartinfarct 10 tot 15 jaar na de bestraling licht verhoogd. Dit risico wordt verminderd door een gezonde leefstijl en niet roken.
    • Longen: Bestraling van een groot deel van de long kan soms na 2 tot 6 maanden een droge kriebelhoest veroorzaken die niet overgaat. Dit heet een bestralingslongontsteking. Als behandeling kunt u een prednisonkuur krijgen.

U bent nu hier

HomepageDarm- en leverkankerDarmkanker, wat nu?Radiotherapie (bestraling)
Naar boven