'Na de longoperatie kon ik me al snel bewegen'
Elke patiënt is anders in het Centrum voor Longkanker. Maar het kan fijn zijn om de ervaring van een ander te lezen. Hans Schuring vertelt over de onzekere tijd die hij meemaakte, nadat hij een longfoto moest laten maken.
Hans Schuring is al weken aan het hoesten als zijn huisarts hem doorstuurt naar het ziekenhuis voor een longfoto. Een dag later hoort hij al dat er ‘iets serieus’ is gevonden. “Vanaf dat moment ben ik extra aan mijn conditie gaan werken. Een paar keer per week lange wandelingen maken. Ik heb zelfs nog 50 kilometer gefietst met mijn dochter”, vertelt de zestiger.
In het ziekenhuis worden een PET-scan en een CT-scan gemaakt. Daarvoor wordt contrastvloeistof door de aderen gespoten. Pijnlijk is het niet, vindt de heer Schuring. Het lastigste is nog dat hij langere tijd met zijn handen omhoog onder de scan moet liggen, geen fijne houding.
Voorlopige diagnose
Een paar dagen later bespreekt hij met longarts Juliën Vincenten en oncologieverpleegkundige Anneke van Belle de uitslag. Het is niet best. “Ik kreeg nog geen definitieve diagnose, maar de kans dat ik longkanker had was meer dan 90 procent. De dokter liet het me zien op de foto: dat was niet zomaar een plekje. Anneke vroeg me waar ik aan zat te denken. ‘Of ik hier over een paar maanden nog rondloop’, zei ik. Mijn vrouw schrok natuurlijk ook.”
Er is meer onderzoek nodig: een longfunctieonderzoek, een hartfilmpje (ECG) en een CT-scan van de buik en nieren, omdat daar mogelijk uitzaaiingen zijn. Ook moet er een bronchoscopie ofwel longpunctie worden gedaan, waarbij stukjes weefsel worden weggehaald voor nader onderzoek. “In het Centrum hebben ze hun best gedaan om zoveel mogelijk onderzoeken op één dag te plannen, daar was ik heel blij mee.”
Zware tijd
De onderzoeken zijn goed te doen, vindt Schuring. “Het meest vervelende was dat er verdovingsspray in mijn keel werd gespoten voor de bronchoscopie. Daar moet je automatisch van kokhalzen. Maar Anneke had me van tevoren goed voorbereid. Niet alleen met folders, ook in gesprekken."
Ik werd goed voorbereid op de onderzoeken
Emotioneel is het een zware tijd. “Je wordt heen en weer geslingerd tussen leven en dood. Mensen zeggen dat je positief moet blijven. Verstandelijk weet ik dat, maar je zet niet zomaar even de knop om.”
Kijkoperatie
Op een vrijdagavond belt de longarts. Hij heeft onverwachts goed nieuws. Schuring heeft geluk: het blijkt een carcinoïd te zijn in de onderkwab van de linkerlong. Dat is een vorm van longkanker die goed te opereren valt.
De getroffen onderkwab moet verwijderd worden tijdens een kijkoperatie, waarbij er een klein wondje wordt gemaakt. De operatie verloopt zonder complicaties. Daarna brengt Schuring de dag en nacht door op de Intensive Care, zoals iedereen die een longoperatie krijgt.
“’s Middags staat er dan al iemand aan je bed om te zorgen dat je gaat bewegen. Met beide armen aan het infuus is dat lastig. In eerste instantie moet je proberen op een stoel te zitten. Dat lukte gelukkig al snel.”
Feyenoord
Na een kort verblijf op de gewone verpleegafdeling, mag Hans naar huis. Drie dagen later zit hij alweer – tegen de doktersadviezen in – naar Feyenoord te kijken in De Kuip. “Een geweldige wedstrijd was het niet, maar ik wilde zo graag weer in het stadion zijn. Dat doe ik altijd met mijn schoonvader en dochter.”
Ondanks de zware tijd, houdt Schuring een positief gevoel over aan het Centrum voor Longkanker. Deels komt dat omdat het bij hem goed is afgelopen, beseft hij. “Dat geldt helaas niet voor iedereen. Maar ik heb de persoonlijke betrokkenheid vanuit het centrum ook erg gewaardeerd. De artsen zijn niet uit de hoogte, je kunt gewoon een normaal, menselijk gesprek voeren. Ook na de operatie heeft Netty de Graaf, verpleegkundig specialist, me nog een paar keer gebeld.”
Meer weten over het Centrum voor Longkanker? Bekijk hier onze folder